Vrijdag 2 december 2022

Vrijdag 2 december 2022
08.30 - 09.10 uur inloop 
Lezen in je eigen boek
09.20- 10.10 uur
Rekenen - meneer Antoon
10.10 - 10.30 uur 
Pauze
10.30  - 11.20  uur  
Woordenschat - Thema UIterlijk
11.20 -12.10 uur
Disk zelfstandig werken

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vrijdag 2 december 2022
08.30 - 09.10 uur inloop 
Lezen in je eigen boek
09.20- 10.10 uur
Rekenen - meneer Antoon
10.10 - 10.30 uur 
Pauze
10.30  - 11.20  uur  
Woordenschat - Thema UIterlijk
11.20 -12.10 uur
Disk zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Inloop
Lezen in je eigen boek
Probeer dit te doen zonder te praten.

Slide 2 - Slide

Rekenen
Je werkt in je werkboek.
In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.

Slide 3 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 4 - Slide

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Uiterlijk
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 5 - Slide

gebruikelijk
  •  als iets meestal zo is;
  • als iets vaak gebeurt;
  • tegenstelling: ongebruikelijk
  • Zin: Het is gebruikelijk dat je je mobiel inlevert als je in de klas bent.
  • Zin: Het is in Nederland gebruikelijk om 1800 uur te eten.

Slide 6 - Slide

het idool

  • een beroemd persoon die je heel goed vindt
  • een beroemd persoon waar jij fan van bent.
  • Zin: Mijn idool is Robbie Williams. Ik vind het heel goed zingen en ik hou van zijn muziek.
  • Zin: Het idool van Mulugeta is Neymar.

Slide 7 - Slide

het kledingstuk

  • een voorwerp dat je om je lichaam doet;
  • Bijvoorbeeld: de broek, de rok, de trui, de jas;
  • Zin: Op de foto staan veel verschillende soorten kledingstukken.

Slide 8 - Slide

de realiteit

  • zoals iets echt is;
  • de waarheid;
  • Zin: Ik heb geen zin om naar school te gaan. De realiteit is dat school verplicht is en ik moet nu wel naar school toe gaan.

Slide 9 - Slide

de stelling

  • een zin die iets zegt;
  • je kan het eens zijn met een stelling of oneens.
  • Zin:Ik lees de stelling: School is leuk. Ben je het                                           daarmee eens of oneens?

Slide 10 - Slide

Wie is jouw idool?

Slide 11 - Open question

In welke zin zie je de betekenis van het woord:
gebruikelijk
A
Het is gebruikelijk dat je in Nederland je schoenen uitdoet als je bij iemand binnen bent.
B
Het is gebruikelijk dat je in Nederland iemand drie zoenen op de wang geeft als iemand jarig is.
C
Het is gebruikelijk dat je in Nederland altijd klompen als schoenen draagt.
D
Het is gebruikelijk dat je in Nederland altijd te laat komt op school.

Slide 12 - Quiz

Dit is mijn favoriete kledingstuk.

Slide 13 - Open question

Waar wordt het woord
de realiteit
goed gebruikt?
A
Morgen is het zondag. Dat is de realiteit.
B
Overmorgen is het zaterdag. Dat is de realiteit.
C
Gisteren was het vrijdag. Dat is de realiteit.
D
Eergisteren was het woensdag. Dat is de realiteit.

Slide 14 - Quiz

Stelling: school is altijd leuk!
Eens
Niet eens

Slide 15 - Poll

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 16 - Slide

... .......... is dat school niet altijd leuk is, maar wel belangrijk!

Slide 17 - Open question

Het is ............ dat je je handen wast als je naar de toilet bent geweest.

Slide 18 - Open question

Ik ben het niet eens met ... ........... : Iedereen moet verplicht een sport doen. Ik vind dat iedereen zelf mag kiezen.

Slide 19 - Open question

Wie is ..... ............. van mevrouw Femke? Misschien wel mevrouw Marieke!

Slide 20 - Open question

Al mijn ........... zijn vies en moeten gewassen worden.

Slide 21 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden: 
  • gebruikelijk
  • het kledingstuk
  • het idool
  • de realiteit
  • de stelling

Slide 22 - Slide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema UIterlijk.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 23 - Slide