Hij nam een boot. Geen vijand kan
op open water schuilen. Mijn vader
klemde in zijn vuisten schoot en roer.
Gevangen in een cel van hout dwong
hij de vrede af. Hij vocht met storm.
Opluchting dreigde als een tweede dood.
Mijn vader had twee levens: één
sloeg zijn brandmerk in het ander
en het ander joeg een schaduw over mij.
Ik ging aan land, ik voel de wind
en in die schaduw ben ik vrij.
1995