This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Herhaling hoofdstuk 5
- procenten
- tijd en snelheid
- gewicht
(lengte, oppervlakte en inhoud niet)
Slide 1 - Slide
Jolanda leest in een folder dat een rokje van €35,- nu maar €25 euro kost. Hoeveel euro korting is dat
A
€15,-
B
€10,-
C
€25,-
D
€60,-
Slide 2 - Quiz
Een jurkje is afgeprijsd van €35 voor €25 euro. Bereken hoeveel procent korting dat is. Rond af op hele procenten
A
29%
B
71%
C
28%
D
72%
Slide 3 - Quiz
'Handige percentages' Als je 10% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 10
B
Delen door 100
C
Delen door 4
D
Keer 10 doen
Slide 4 - Quiz
'Handige percentages' Als je 25% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 10
B
Delen door 100
C
Delen door 4
D
Keer 10 doen
Slide 5 - Quiz
'Handige percentages' Als je 40% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 10 en dan keer 4
B
Delen door 100 dan
keer 3
C
Delen door 4 keer 10
D
Keer 10 doen
Slide 6 - Quiz
'Handige percentages' Als je 50% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 4
B
Delen door 5
C
Delen door 2
D
keer 2 doen
Slide 7 - Quiz
Bereken het kortingsbedrag van het bureau
A
€35
B
€75
C
€60
D
€105
Slide 8 - Quiz
Bereken het kortingsbedrag van de shampoo
A
€3,10
B
€1,60
C
€0,80
D
€20
Slide 9 - Quiz
Bereken de nieuwe prijs van de sportschoenen
A
€20,-
B
€40,-
C
€60,-
D
€25,-
Slide 10 - Quiz
Hoe bereken je de korting?
A
59 x 15
B
59 x 100 x 15
C
59 : 100
D
59 : 100 x 15
Slide 11 - Quiz
Hoe duur is de pannenset?
A
82,95
B
99,00
C
92,85
D
84,50
Slide 12 - Quiz
Een fiets van €879,- wordt 8% duurder Hoeveel procent moet je betalen
A
8
B
100
C
92
D
108
Slide 13 - Quiz
Een fiets van €879,- wordt 8% duurder Hoe bereken je de nieuwe prijs?
A
879 : 100 x 8
B
879 x 108
C
879 : 100 x 108
D
978 : 100 x 108
Slide 14 - Quiz
Quinty koopt een auto van 32 850 euro. De prijs is inclusief 21% BTW. Hoeveel is de prijs exclusief BTW?
A
39 749
B
25 952
C
6 899
D
27 149
Slide 15 - Quiz
Esmee werkt in de vakantie in een supermarkt. Ze verdient daarmee €20,50 per dag. Ze is jarig geweest en krijgt 12% loonsverhoging. Wat gaat ze nu per dag verdienen?
A
22,55
B
22,96
C
23,12
D
30,0
Slide 16 - Quiz
Van Oppen houdt van darten. Van de laatste 175 potjes heeft hij er 121 gewonnen. Hoeveel procent is dat?
A
69,5 %
B
70 %
C
68 %
D
69 %
Slide 17 - Quiz
Hoeveel is 70 % van 300?
A
240
B
200
C
210
D
220
Slide 18 - Quiz
Daan gaat met de auto naar Rome. Hij rijdt 1 900 km in 23 uur. Wat is zijn snelheid in km/u?
A
81 km/u
B
82 km/u
C
83 km/u
D
84 km/u
Slide 19 - Quiz
Dunia vliegt naar Milaan. De afstand is 1 200 km en de snelheid 320 km/u. Hoelang is ze onderweg?
A
4 uur
B
3 uur en 75 minuten
C
3 uur en 45 minuten
D
3 uur en 30 minuten
Slide 20 - Quiz
Samir verbruikt 1 liter benzine per 9 km. Hoeveel liter benzine heeft hij nodig voor 24 km?
A
24 : 9 = 2,7
B
9 x 24 = 216
C
9 : 24 x 100 = 37,5
D
24 : 100 x 9 = 2,16
Slide 21 - Quiz
Kristy rijdt 120 km/u. De afstand is 40 km. Hoeveel minuten is ze onderweg?
A
3 minuten
B
20 minuten
C
30 minuten
D
33 minuten
Slide 22 - Quiz
Gidion staat met een klompje goud op een weegschaal. Gidion weegt 65 kg. De weegschaal geeft 70 400 gram aan. Hoeveel kg weegt het klompje goud?
A
5 400
B
4 600
C
4,6
D
5,4
Slide 23 - Quiz
Door te eten krijgt Leferink 250 g vet per dag binnen. Hoeveel ton vet heeft hij de afgelopen 50 jaar gegeten?
A
4 562
B
4 562 500
C
4,6
D
4,5
Slide 24 - Quiz
Waar willen jullie de volgende keer extra uitleg over?