Maten en Meetkunde (Lengte,gewicht, inhoud,omrekenen)

Goed dat jullie er zijn!
Agenda:

  • Vandaag ga ik jullie lesgeven
  • Uitleg met tussendoor quizvragen


  • Dus houd de telefoon/tablet bij de hand
1 / 39
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goed dat jullie er zijn!
Agenda:

  • Vandaag ga ik jullie lesgeven
  • Uitleg met tussendoor quizvragen


  • Dus houd de telefoon/tablet bij de hand

Slide 1 - Slide

Waar gaan we het over hebben?

1. Lengte 
2. Gewicht
3. Inhoud

Slide 2 - Slide

Lengte: wat geeft het aan?

Slide 3 - Slide

Lengte


-De lengte geeft aan hoe lang iets is-

Slide 4 - Slide

Met welke verschillende eenheden kun je lengtes aangeven?

Slide 5 - Mind map

Welke lengte-eenheden zijn er?
Eenheid
Afkorting
kilometer
km
hectometer
hm
decameter
dam
meter
m
decimeter
dm
centimeter
cm
millimeter
mm

Slide 6 - Slide

Lenge-eenheden en voorwerpen


-Welke eenheden horen bij welke voorwerpen?-

Slide 7 - Slide

De afstand naar Haarlem is:

23...
A
mm
B
cm
C
km
D
m

Slide 8 - Quiz

Nog 2 onderwerpen te gaan

1. Lengte  
2. Gewicht
3. Inhoud

Slide 9 - Slide

Gewicht: wat geeft het aan?

Slide 10 - Slide

Gewicht

-Het gewicht geeft aan hoe zwaar iets is-

Slide 11 - Slide

Met welke verschillende eenheden kun je gewichten aangeven?

Slide 12 - Mind map

Welke gewicht-eenheden zijn er?
Eenheid
Afkorting
ton
t
kilogram
kg
gram
g
milligram
mg

Slide 13 - Slide

Welke gewichts-eenheid hoort bij dit voorwerp?
A
mg
B
g
C
kg
D
t

Slide 14 - Quiz

Nog 1 onderwerp te gaan

1. Lengte  
2. Gewicht
3. Inhoud

Slide 15 - Slide

Inhoud: wat geeft het aan?

Slide 16 - Slide

Inhoud

-de inhoud geeft aan hoeveel ruimte iets inneemt of hoeveel erin past-

Slide 17 - Slide

Met welke verschillende eenheden kun je inhoud aangeven?

Slide 18 - Mind map

Welke eenhedenzijn er voor de inhoud?
Eenheid
Afkorting
liter
l
deciliter
dl
liter
l
milliliter
ml

Slide 19 - Slide

Welke eenheid wordt het meest gebruikt bij parfums?
A
l
B
cl
C
dl
D
ml

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

km
hm
dam
m
dm
cm
mm
per maat groter :10
per maat kleiner x10
Lengte
Kan Het Dametje Met De Centimeter Meten?

Slide 22 - Slide

km
hm
dam
m
dm
cm
mm
per maat groter :10
per maat kleiner x10
Lengte
a. 300 cm  = ..........m                c. 2 m       = ..........dm
b. 0,65 km = ..........m                d. 8,2 dm = ..........mm

Slide 23 - Slide

t
kg
g
mg
per maat groter :1000
per maat kleiner x1000
Gewicht

Slide 24 - Slide

t
kg
g
mg
per maat groter :1000
per maat kleiner x1000
Gewicht
a. 6 kg       =..........g
b. 2 g         =..........mg
c. 9.400 g  =..........kg

d. 7 t     =..........kg
e. 6,5 g =..........mg
f. 750 g =..........kg
g. 100.000mg = ......kg

Slide 25 - Slide

l
dl
cl
ml
per maat groter :10
per maat kleiner x10
Inhoud

Slide 26 - Slide

l
dl
cl
ml
per maat groter :10
per maat kleiner x10
Inhoud
a. 6 l         =..........cl
b. 14 cl     =..........ml
c. 540 ml=..........dl

d. 3,5 dl=..........cl
b. 0,7l   = .........ml
c. 120 cl=..........l

Slide 27 - Slide

Even een korte test


-Pak je telefoon of laptop-

Slide 28 - Slide

Welke meet-eenheid hoort niet bij de maatvoering lengte?
A
kilometer
B
hectometer
C
millimeter
D
milliliter

Slide 29 - Quiz

Welke meet-eenheid hoort niet bij de maatvoering gewicht?
A
milligram
B
kilogram
C
liter
D
ton

Slide 30 - Quiz

Welke meet-eenheid hoort niet bij de maatvoering inhoud?
A
centiliter
B
liter
C
milliliter
D
decimeter

Slide 31 - Quiz

Lengte 8,2dm = ..........mm
A
820
B
0,82
C
8,22
D
8200

Slide 32 - Quiz

0,34 dl=..........cl
A
34
B
3,4
C
0,34
D
340

Slide 33 - Quiz

Frits schenkt frisdrank uit een fles van 1,5 l in glazen.
De inhoud van een glas is 23 cl.

Hoeveel glazen kan Frits vullen met frisdrank?

A
3
B
6
C
8
D
7

Slide 34 - Quiz

120cl = ..........l
A
1,2cm
B
1,2l
C
1200dl
D
120ml

Slide 35 - Quiz

Een vrachtwagen vervoert pallets met kleding.
Een pallet met kleding weegt 1.500 kg.
De vrachtwagen mag maximaal 20 ton vervoeren.

Hoeveel pallets met kleding mag de vrachtwagen maximaal vervoeren?
A
12
B
13
C
15
D
17

Slide 36 - Quiz

Lesdoel behaald?

  • 3 verschillende soorten maten opnoemen 
  • Kennen jullie de verschillen van deze 3
  • Omrekenen van 3 maten in verschillende eenheden


Slide 37 - Slide

Weekplanner
Zorg dat je de 10 opdrachten (Paragraaf 4.2) met een 7 of hoger afrondt. Spijker jezelf anders bij met de extra opgaven!

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide