Benoem minstens drie overeenkomsten en drie verschillen van megasteden in rijke en arme landen. Zorg dat de drie factoren van het leven in een megastad (wonen, werken en verkeer) terugkomen in je antwoorden.
Zelfstandig. Maak in je AK-schrift een tabel zoals op vorige slide is aangegeven. Vul de overeenkomsten en verschillen aan.
Gebruik de tekst van §2.3: Leven in megasteden (leerboek p. 34-35).
10 minuten
Je kunt de verschillen en overeenkomsten benoemen tussen wonen, werken en verkeer in megasteden in rijke en arme landen.
Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 van §2.3: Leven in megasteden (werkboek p. 42 of online).