1.1 Hoe ontstond de industrie? deel 1

Hoofdstuk 1: 
Industrie wereldwijd
§1.1 Hoe ontstond de industrie? deel 1

1 / 10
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 1: 
Industrie wereldwijd
§1.1 Hoe ontstond de industrie? deel 1

Slide 1 - Slide

Lesplanning 

Uitleg van §1.1 Hoe ontstond de industrie? deel 1

Maak van §1.1 Hoe ontstond de industrie? vraag 1 t/m 6





Slide 2 - Slide

Waar moet je aan
denken bij industrie?

Slide 3 - Mind map

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo
10 tijdvakken
8e tijdvak
Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

Slide 4 - Slide

De tijd vóór de Industriële Revolutie
Vanaf 1750 zijn er verbeteringen op de landbouw en neemt de bevolking toe in Engeland.

Katoen
: Materiaal (grondstof) wat wordt gebruikt voor het maken van kleding.

Koopmannen kopen het katoen op.
Boeren en ambachtslieden maken van dat materiaal textiel.
Een katoenplantage in de Amerika
Slaven
Katoenplant

Slide 5 - Slide

De tijd vóór de Industriële Revolutie
Huisnijverheid: In je eigen huis producten maken zoals textiel.


Textiel: Stukken/lappen stof waar uiteindelijk kleding van wordt gemaakt.


Veel kleine bedrijfjes die het hele 
jaar door werken.
Een spinnenwiel
Textiel
Een familie die katoen spint
Eind 18e eeuw
Heel de familie werkte mee.

Slide 6 - Slide

De tijd vóór de Industriële Revolutie

Oude energiebronnen:
  1. spierkracht
  2. dierkracht
  3. waterkracht
  4. windkracht

Slide 7 - Slide

Welke machine zorgde voor de start van de Industriële Revolutie?
A
De tractor
B
De katoenplukmachine
C
De Spinmachine
D
De Stoommachine

Slide 8 - Quiz

Lesdoelencheck
  1. Leg het begrip huisnijverheid uit. 
  2. Wat komt de grondstof voor de huisnijverheid vandaan?
  3. Leg het begrip industriële revolutie uit.
  4. Benoem 3 oude energiebronnen.

Slide 9 - Slide

Aan het werk
Wat: lees en maak van 1.1 Hoe ontstond de industrie? vraag 1 t/m 4 

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken.

Hulp:   de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: maak herhaling of verdieping



Slide 10 - Slide