5.2 Gemiddelde snelheid

Regels:
  • Je zit volgens de plattegrond.
  • Ik zie geen telefoons, zie ik hem wel dan lever je deze in of je verlaat het lokaal.
  • Heb je een vraag, dan steek je je vinger op.
  • Spullen op orde en mee. Dit betekent boek, rekenmachine, schrift en pen.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Regels:
  • Je zit volgens de plattegrond.
  • Ik zie geen telefoons, zie ik hem wel dan lever je deze in of je verlaat het lokaal.
  • Heb je een vraag, dan steek je je vinger op.
  • Spullen op orde en mee. Dit betekent boek, rekenmachine, schrift en pen.

Slide 1 - Slide

Bewegen
5.2 Gemiddelde snelheid

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 3 - Slide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 4 - Open question

Leerdoelen
  • Je kunt rekenen met de formule voor (gemiddelde) snelheid.
  • Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen aan de hand van een gegeven plaats-tijddiagram of (x,t)-diagram.
  • Je kunt snelheid in m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.
  • Je kunt een snelheid-tijddiagram of (v,t)-diagram aflezen.
  • Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen als de snelheid regelmatig toeneemt.

Slide 5 - Slide

Gemiddelde snelheid
formule:
gemiddelde snelheid = Afstand : Tijd

Kan je ook schrijven als:



Slide 6 - Slide

Afstand en Tijd
De afstand is een hoeveelheid meters (m) of kilometers (km)

De tijd is een bepaalde hoeveelheid seconden (s) of uren (h)

Slide 7 - Slide

Eenheid gemiddelde snelheid
De eenheid die we gebruiken bij snelheid is
kilometer per uur (km/h)
of
meter per seconde (m/s)

Slide 8 - Slide

Voorbeeld 1
Guusje fietste 40 km en deed daar 2 uur over. Bereken de snelheid?

  • gemiddelde snelheid = afstand  : tijd    =    40 : 2    =   20 km/h

                                                                                     


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Voorbeeld 3
Marciano fietst 25 km in 1,5 uur. Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s.

  • gemiddelde snelheid =      afstand : tijd   =    25 : 1,5    =    16,67  km/h     
  • naar m/s = 16,67  :    3,6     =     4,6  m/s
                                                                                       


Slide 11 - Slide

Afstand berekenen
  • a

  • Afstand in m of km
  • Gemiddelde snelheid in m/s of km/h
  • tijd in s of uren (h)

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 4
Naomi ging naar Emmen, hij reedt met een gemiddelde snelheid van 70 km/h Hij deed hier 2 uur over. Bereken de afstand die Naomi heeft afgelegd.

  • Afstand = Gemiddelde snelheid x tijd  =    70 x 2     =    150  km                                                                                 


Slide 13 - Slide

Tijd  berekenen
  • a

  • tijd in s of uren (h)
  • Afstand in m of km
  • Gemiddelde snelheid in m/s of km/h

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 5
Thijmen ging op de fiets naar school, hij vraagt zich af hoelang hij er over heeft gedaan. Thijmen moet 11 km naar school fietsen en fietste met een snelheid van 18 km/h. Bereken zijn tijd in minuten.

  • Tijd = Afstand : gemiddelde snelheid =    11 : 18    =   0,61 uur            
  • 0,61 uur x 60 = 36,7 Minuten.                                                                   


Slide 15 - Slide

Met welke eenheid kun je afstand aanduiden? (meer antwoorden zijn goed)
A
Kilometer
B
Lengte
C
Afstand
D
Meter

Slide 16 - Quiz

Met welke eenheid kun je tijd aanduiden? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Seconden
B
Uren
C
Minuten
D
Klok

Slide 17 - Quiz

Een atleet loopt 500 meter in 50 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid
A
10 m/s
B
0,1 m/s
C
2500 m/s
D
25 m/s

Slide 18 - Quiz

Johan fietst met een snelheid van 5,5 m/s, hoeveel km/h is dat?
A
5,5 x 3,6 = 19,8
B
5,5
C
5,5 / 3,6 = 1,53
D
55

Slide 19 - Quiz

Ik fiets met 15 km/h naar school, daar doe ik een uur over. Hoeveel km moet ik fietsen?
A
5 km
B
15 km
C
30 km
D
1,5 km

Slide 20 - Quiz

Huiswerk
Leren 5.2

Slide 21 - Slide