2B H4.8

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schrift
   Pen
  Laptop
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schrift
   Pen
  Laptop
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
  Vandaag
  • Start spelling H4.8
  • Boekkeuze doorgeven

  Volgende week

  • Spelling H4.8 afmaken
  • SO H4.7 en H4.8 (vr. 28 mei)
  • Je krijgt uitleg over de fictie-opdracht

Slide 2 - Slide

Ik zal een aantal herhalingstaken klaarzetten in NUMO voor het SO.
Vul hier de titel in van het boek dat je hebt gekozen.

Vertel ook of hoe je het gaat lezen (e-book, luisterboek, of gewoon van papier). Heb je het al in huis?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

  • Je kunt het voltooid deelwoord gebruiken als bijvoegelijk naamwoord
  • Je weet hoe je samenstellingen met tussen-s en tussen-n schrijft
  • Je kunt het schema van de tussen -s en -n toepassen
  • Je leert 10 nieuwe dicteewoorden
LESDOELEN

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Werkwoord tegenwoordige tijd
Werkwoord verleden tijd
Voltooid deelwoord
fietste
gefietst
fietst
draai
draaide
gedraaid
verbreed
zocht
zoek op

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Lopen
Eten
Gamen
Kijken
Voetballen
Bakken

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Korte meerkeuzequiz

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hij (branden) zich aan het vuur.
A
brant
B
brand
C
brandt
D
brande

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

1. vt Dat huis vind.. ik mooi.
A
vondt
B
vond
C
vinde

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

3. vt Verbind….. jij die wond zelf?
A
verbond
B
verbondt
C
verbindde

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

4. Hij verbeel… zich van alles.
A
verbeeld
B
verbeeldt
C
verbeelt

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

5. Wor.. je buurman snel boos?
A
Wordt
B
word

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

6. vt Dat boek wemel… van de fouten (wemelen)
A
wemelden
B
wemelte
C
wemelde

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Of.. smurfen!

Hoor ik een -t, dan schrijf ik een -t!
Zit er al een -d in het hele werkwoord? Dan krijg je -dt.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wanneer nou 't ex kofschip?
Bij de verleden tijd, zwakke werkwoorden.
Bij het voltooid deelwoord.
' e x   k o f s c h i p

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Maak 4.8 oefening 2 en 3 max online
timer
10:00
Eerder klaar Maak 4.8 oefening 1 en 4 max online
Samen bespreken oefening 2 en 3

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Spelling bijvoeglijk naamwoord

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is ook alweer een bijvoegelijk naamwoord? Geef een voorbeeld.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

meestal
eindigt het op een -e 

de blauwe trui                                   het dikke boek                      de kale kop 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Materiaal
Als het bijvoeglijk naamwoord aangeeft van welk materiaal het is gemaakt, dan schrijf je er altijd -en achter. 

de houten stoel                     de gouden ring                               de wollen trui. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

modern materiaal
als het van een modern materiaal is gemaakt komt er niets achter. 
de plastic tas                    de aluminium trap         de polyester boot

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Eens kijken wat we al weten...
1. De kerk is geschilderd -> De ...............................  kerk.
2. De foto is vergroot -> De ............................... foto.
3. De muur is beklad -> De ............................... muur.
4. De fiets is gestolen -> De ............................... fiets.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

1. De kerk is geschilderd -> De ...............................  kerk.
2. De foto is vergroot -> De ............................... foto.
3. De muur is beklad -> De ............................... muur.
4. De fiets is gestolen -> De ............................... fiets.
Er komt een -e achter het voltooid deelwoord.
Schrijf het zo kort mogelijk!
Bij uitspraakproblemen wél dubbel d!
Voltooid deelwoord op -en verandert niet.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

2 BK Blok 4 Spelling
Even oefenen


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Het kopje is gebroken.

Het ............................... kopje.
Regel
Voltooid deelwoord op -en verandert niet.
A
gebroke
B
gebroken
C
gebrooken
D
gebrooke

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Het gebouw is gereinigd.

Het ............................... gebouw.
Regel
Er komt een -e achter het voltooid deelwoord.
A
gereinigde
B
gereinigden
C
gereinigte
D
gereinigten

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

De leraar biologie heeft de spin
voor de klas ontleed.
De ............................... spin.
Regel
Schrijf het zo kort mogelijk!
A
ontleede
B
ontlede
C
ontleden
D
ontleeden

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

De gevangenen worden dag en nacht bewaakt.
De ............................... gevangenen.
Regel
Er komt een -e achter het voltooid deelwoord.
A
bewaakten
B
bewaakte
C
bewaakde
D
bewaakden

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

De discussie over de avondklok was verhit.
De ............................... gevangenen.
Regel
Bij uitspraakproblemen wél dubbel -t!
A
verhite
B
verhitte

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Na de oorlog was de stad verwoest

De ............................... stad.
Regel
Bij uitspraakproblemen wél dubbel -t!
A
verwoeste
B
verwoestte

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

de … (zilver) armband
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
zilver
B
zilveren
C
zilvere

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

de … (zijde) das
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
zijden
B
zijde
C
zijdene

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

een … (aardig) meisje
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
aardig
B
aardige
C
aardigen

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

de … (breed) straat

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

het … (riet) dak

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

het … (scherp) mes

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

de … (wol) trui

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

de … (geel) vlag

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maak opdracht 6 t/m 8 (4.8) online
Wat?
Met wie?
Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Duo's mag
timer
15:00
Stel je vraag in teams
NUMO
Samen de antwoorden bespreken

Slide 45 - Slide

Na 12 minuten breakoutrooms sluiten en vraag 5a t/m 5d laten beantwoorden door de duo's. 

Geen tijd meer hiervoor? Dan huiswerkopdracht laten doen (veel korter) in breakoutrooms en deze opdracht verplaatsen naar les 2.

Huiswerk voor dinsdag:
Maak opdracht 6 t/m 8 (4.8) online
Tot ziens!

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Lees opdracht 9 op blz. 63 (4.8) of in max online.
Daarna ga je naar de lesstof en bekijk je het filmpje.

Maken 4.8 opdracht 9 en 10.
Schrijf op wat je deze les hebt geleerd en wat je nog moeilijk vindt.
Klaar NUMO

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

  • Ruim je je plek op?

  • We blijven zitten tot de bel gaat.

  • Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?

Tot ziens!

Slide 49 - Slide

This item has no instructions