1.7 Vuistregels en formules

Vuistregel
Een vuistregel is een rekenregel waarmee je op een gemakkelijke manier een vaak voorkomende berekening kunt uitvoeren.
De uitkomst is een schatting van wat je wilt berekenen.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vuistregel
Een vuistregel is een rekenregel waarmee je op een gemakkelijke manier een vaak voorkomende berekening kunt uitvoeren.
De uitkomst is een schatting van wat je wilt berekenen.

Slide 1 - Slide

Rekenen met de vuistregel
Om snel en eenvoudig te berekenen of je een gezond gewicht hebt, wordt de volgende vuistregel gebruikt:

gezond gewicht in kg = lichaamslengte in cm − 100
Als je 172 cm lang bent is 172 − 100 = 72 kg een gezond gewicht

Slide 2 - Slide

Vuistregel/ afspraak

Slide 3 - Slide

VUISTREGELS

Slide 4 - Slide

Op hoeveel meter afstand moet ik zitten bij een schermgrootte van 55"
A
3,5 meter
B
3 meter
C
3,20 meter
D
4 meter

Slide 5 - Quiz

Op hoeveel meter afstand moet ik zitten bij een schermgrootte van 32"
A
2,5 meter
B
3 meter
C
2,20 meter
D
2 meter

Slide 6 - Quiz

Wat is de vuistregel voor de hoogte van een verdieping van een gebouw?
A
1 verdieping is ± 4 m
B
1 verdieping is ± 3 m
C
1 verdieping is ± 2,5 m
D
1 verdieping is ± 3,5 m

Slide 7 - Quiz

Als je gaat fietsen, wat is dan de gemiddelde snelheid? (vuistregel fietsen)
A
10km/u
B
12km/uur
C
15km/u
D
20km/u

Slide 8 - Quiz

Vuistregel:
Een volwassene is gemiddeld ......... meter lang
A
1.60
B
1.50
C
1.80
D
1.90

Slide 9 - Quiz

Vuistregels en formules

Slide 10 - Slide

Een formule is een rekenregel waarmee je nauwkeurig een veel voorkomende berekening kunt uitvoeren.
Een taxichauffeur berekent de prijs van een taxirit met de formule:
prijs taxirit in € = 3 + aantal kilometer × 2
Bereken de prijs van een taxirit van 9 km.
prijs taxirit in € = 3 + aantal kilometer × 2 = 3 + 9 × 2 = 3 + 18 = € 21,-
De prijs van een taxirit van 9 km is € 21,-.



Slide 11 - Slide

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Het begingetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 12 - Quiz

Huurprijs in € = 18 + 4t.
Het begingetal is:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 13 - Quiz

Vuistregels breuken

Slide 14 - Slide


Oppervlakte cirkel = ...
A
straalstraalπ
B
straalπ
C
diameterπ
D
diameterππ

Slide 15 - Quiz

Oppervlakte cirkel
Oppervlakte cirkel = 

πstraal2

Slide 16 - Slide

Bereken de oppervlakte van de cirkel.
Gebruik de formule:
oppervlakte cirkel = 𝞹 x straal x straal
Hulp
Zorg dat je weet hoe je 𝝅 (pi)op je rekenmachine moet intypen.
Opp cirkel = 𝝅 x 3 x 3 = 28,27433..... cm². Afgerond op 1 decimaal:  28,3 cm²

Slide 17 - Open question

Omtrek cirkel

Slide 18 - Slide

omtrek cirkel =
A
3,14 x diameter
B
3,14 x straal x straal
C
3,14 x straal
D
3,14 x diameter x straal

Slide 19 - Quiz

Omtrek cirkel

Slide 20 - Slide