di 21 februari deelonderwerpen

Deelonderwerpen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Deelonderwerpen

Slide 1 - Slide

WAT ZIJN DEELONDERWERPEN?

Slide 2 - Slide

deelonderwerpen lekker eten

Slide 3 - Mind map

Deelonderwerp
  • Het onderwerp van één (of meerdere) alinea's.
  • Iedere alinea gaat over een deelonderwerp.
  • Je hebt (bijna) altijd meerdere deelonderwerpen in een tekst.


Slide 4 - Slide

Onderwerp + deelonderwerpen
Drie alinea's in het middenstuk.

Drie deelonderwerpen in het middenstuk.
onderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
inleiding
slot

Slide 5 - Slide

Onderwerp: 
Black Friday 
Deelonderwerp:
Ontstaan van Black Friday 
Deelonderwerp:
Drukte in de stad.
Deelonderwerp:
Goede aanbiedingen of onzin aanbiedingen
Middenstuk: 

Alinea 3

Alinea 4
Alinea 2

Slide 6 - Slide

Onderwerp tekst: mondkapjes op scholen 
Deelonderwerp:
Regels mondkapjes
Deelonderwerp:
Verzet tegen mondkapjes
Deelonderwerp:
Mening schoolleiding mondkapjes
Middenstuk: 
Alinea 3/4
Alinea 5
Alinea 2
Inleiding: alinea 1 
Slot: alinea 6

Slide 7 - Slide

Deelonderwerp
  • Elke alinea heeft een eigen     deelonderwerp.
  • Elk deelonderwerp heeft met het   hoofdonderwerp te maken.
  • Het tussenkopje van een alinea geeft vaak informatie over het deelonderwerp. 

Slide 8 - Slide

Deelonderwerpen
Soms één alinea, soms meerdere per deelonderwerp.
Tussenkopje geeft vaak aan wat het deelonderwerp is.

Globaal lezen: eerste en laatste zin van de alinea.
Zoeken lezen: je hebt een stukje tekst nodig over een specifiek deelonderwerp.
Let op: tussenkopjes, anders gedrukte woorden, opvallende tekens. 

Slide 9 - Slide

Deelonderwerpen over puppies

Slide 10 - Open question

Bij het onderwerp horen altijd deelonderwerpen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Een onderwerp kan je verdelen in
A
Tussenkopjes
B
Deelonderwerpen

Slide 12 - Quiz

Deelonderwerpen staan in..
A
Inleiding
B
Slot
C
Kern/middenstuk
D
Conclusie

Slide 13 - Quiz

Deelonderwerpen zijn altijd maar 1 alinea
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Waar vind je deelonderwerpen?
A
Inleiding
B
Kern/middenstuk
C
Slot

Slide 15 - Quiz