§ 5.1 Je omgeving waarnemen

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling


Hoe werken zintuigen?
En hoe werkt het zenuwstelsel?
Wat is gedrag? Hoe werkt gedrag?

1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling


Hoe werken zintuigen?
En hoe werkt het zenuwstelsel?
Wat is gedrag? Hoe werkt gedrag?

Slide 1 - Slide

Planning Hoofdstuk
Planning les

Samen lezen
Aan de slag
Uitleg 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
5.1.2 Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.

Slide 3 - Slide

Deze les
Samen lezen 

Maken en leren § 5.1 opdr 1 tm 8
Uitleg § 5.1


timer
10:00

Slide 4 - Slide

Waarnemen
Heb je zintuigen voor nodig.

Voorbeeld: chocolade zien en ruiken

Slide 5 - Slide

Waarnemen

Slide 6 - Slide

Zintuig
Een orgaan, dat reageert op prikkels.

Voorbeeld: Neus (zintuig) ruikt de geur van chocola (prikkel)

Slide 7 - Slide

Werking zintuig
Zintuigen hebben zintuigcellen.
Zintuigcellen vangen prikkels op en sturen impulsen, via zenuwen naar de hersenen.

Slide 8 - Slide

Werking zintuig

Slide 9 - Slide

Zintuigenstelsel
Alle zintuigen samen vormen het zintuigenstelsel 
oren
ogen
neus
mond
huid


Slide 10 - Slide

Gezichtszintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Pijnpunten
Tastknopje
Drukzintuig
Warmte zintuig

Koude zintuig
__
__

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welk zintuig?
Welke prikkel?

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
5.1.2 Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.

Slide 14 - Slide

Wat
Aan de slag met § 5.1 
Online maken opdr 1 tm 8

Hoe
Lees de tekst van paragraaf 1 nog eens door 

Hulp
1) (online) boek  2) klasgenoot   3) docent

Tijd
Tot het einde van de les. 

Uitkomst
Alle opdrachten van § 5.1 zijn gemaakt. Fouten heb je verbeterd (vraag je docent). 
Nog niet helemaal af? Huiswerk, noteer dit in je Agenda.
Klaar
Als je klaar bent met de opdrachten, maak je de test jezelf. Ook klaar? Dan ander vak.  

Slide 15 - Slide