What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
21-22 / Par. 5.1 t/m 5.3
Goederenstroom en voorraadbeheer
Klas 1hvsb
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Verkoopspecialist
Docent: mevrouw Jansen
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Retail
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Goederenstroom en voorraadbeheer
Klas 1hvsb
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Verkoopspecialist
Docent: mevrouw Jansen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Lesinhoud
Uitleg par. 5.1 - Voorraad bij- en afboeken
Uitleg par. 5.2 - Kengetallen voorraadbeheer
Uitleg par. 5.3 - Omzetsnelheid (met oefenen opdrachten)
Aan de slag - maken opdrachten uit boek
Slide 4 - Slide
Lesdoelen (tevens examentermen)
Je leert wat voorraad bij- en afboeken
inhoudt (par. 5.1)
Na deze les ken je de begrippen omzet-
snelheid en omzetduur (par. 5.2)
Je leert wat de relatie is tussen omzet-
snelheid en omzetduur (par. 5.2)
Je leert hoe je de omzetsnelheid moet
berekenen (par. 5.3)
Slide 5 - Slide
H5 Voorraadbeheer
Beheren van de winkelvoorraad
Beheren van de voorraad die je online aanbiedt
Slide 6 - Slide
Vraag
Waarom is
goed voorraadbeheer
belangrijk voor een winkel?
Slide 7 - Slide
Goed voorraadbeheer
Zorgt ervoor dat
:
een winkel voldoende voorraad heeft zodat de klant een artikel direct kan
kopen (geen nee-verkoop)
dat de voorraad niet te hoog is (opslagkosten zo laag mogelijk houden)
Slide 8 - Slide
Belangrijk: goed overzicht hebben...
Welke voorraad is er in de winkel?
Welke voorraad ligt er in het magazijn?
Wat staat er in bestelling?
Slide 9 - Slide
Voorraadadministratie (par. 5.1)
Bijhouden hoeveel artikelen er binnenkomen en uitgaan
Waar bevindt zich de voorraad (in de winkel, in het magazijn
of onderweg naar de winkel)?
Hoeveel artikelen zijn er op voorraad?
Slide 10 - Slide
Voorraad bijboeken
Zodra artikelen binnenkomen, moeten deze administratief in de voorraad worden verwerkt
Slide 11 - Slide
Voorraad afboeken
Het verwerken van de artikelen die van de voorraad afgaan
Gaat meestal automatisch via de scankassa
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Effectief voorraadbeheer
Wat zijn de gevolgen als een winkel te veel van een artikel inkoopt / bestelt?
Slide 14 - Slide
Te veel van een artikel inkopen...
de winkel blijft met te veel voorraad zitten
deze voorraad neemt ruimte in het magazijn in
voor andere artikelen minder ruimte
Slide 15 - Slide
Kengetallen (par. 5.2)
Niet te weinig voorraad (anders nee-verkoop)
Niet te veel voorraad (beschikbare ruimte in de schappen)
Wat is het juiste moment om te bestellen?
Berekenen met behulp van kengetallen
Slide 16 - Slide
Kengetallen
Zijn verhoudingsgetallen die inzichtelijk maken hoe je bedrijf ervoor
staat.
Geeft een verband aan tussen twee soorten gegevens.
Bijvoorbeeld de voorraad in vergelijking tot de verkopen in één periode
Slide 17 - Slide
Twee belangrijkste kengetallen van voorraad
omzetsnelheid
omzetduur
Slide 18 - Slide
Omzetsnelheid
Is het aantal keren dat de gemiddelde voorraad in een bepaalde periode (meestal een jaar) wordt verkocht
Slide 19 - Slide
Voorbeeld
Als de omzetsnelheid 4 is dan betekent dit dat je vier keer de gemiddelde voorraad hebt verkocht in een bepaalde tijd (meestal een jaar)
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Omzetduur
Geeft de tijd aan die nodig is om de gemiddelde voorraad
één keer om te zetten in geld
In dagen, weken of maanden
Meestal in dagen uitrekenen
Slide 22 - Slide
Voorbeeld
Omzetduur is 90 dagen
:
je doet er 90 dagen over voordat je de gemiddelde
voorraad één keer hebt verkocht
óf anders gezegd
de gemiddelde voorraad ligt ongeveer 90 dagen in de winkel
Slide 23 - Slide
Relatie omzetsnelheid en omzetduur
Als de omzetsnelheid van een artikel hoger wordt in een periode dan daalt de omzetduur van dat artikel in die periode en andersom.
Slide 24 - Slide
Voorbeeld
Een jaar heeft 360 dagen
omzetsnelheid
4 keer
6 keer
omzetduur
90 dagen
(360 : 4)
60 dagen
(360 : 6)
Slide 25 - Slide
Berekenen omzetsnelheid (par. 5.3)
Op basis van aantallen (afzet = hoeveel je hebt verkocht in stuks)
Met de inkoopwaarde van de omzet (IWO)
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Een voorbeeld
De afzet is 750 (dat betekent dus dat je 750 stuks hebt verkocht)
De gemiddelde voorraad is 250 stuks
Vraag
: wat is de omzetsnelheid?
Slide 28 - Slide
Uitwerking voorbeeld
Pak de formule van omzetsnelheid erbij
omzetsnelheid = afzet : gemiddelde voorraad
Vul de formule in
750 : 250 = 3
De omzetsnelheid is 3
Dat betekent dat je drie keer de gemiddelde voorraad hebt verkocht in dat jaar
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Oefenopdracht 1
IWO = € 250.000
De voorraad op 1 januari is € 45.000
De voorraad op 31 december is € 55.000
Bereken de omzetsnelheid.
Slide 31 - Slide
Uitwerking
oefenopdracht 1
Formule omzetsnelheid = IWO : gemiddelde voorraad
IWO
= € 250.000
(wordt gegeven in de opdracht)
Gemiddelde voorraad
= € 45.000 + € 55.000 = € 100.000 : 2 =
€ 50.000
Omzetsnelheid
= IWO : gemiddelde voorraad = € 250.000 : € 50.000 =
5
Dit betekent dat je 5 keer de gemiddelde voorraad hebt verkocht in dat jaar
Slide 32 - Slide
Oefenopdracht 2
Omzet is € 80.500
Brutowinst is € 23.250
Beginvoorraad is € 25.550
Eindvoorraad is € 24.880
Bereken de omzetsnelheid.
Rond af op twee decimalen.
Slide 33 - Slide
Uitwerking
oefenopdracht 2
Formule omzetsnelheid = IWO : gemiddelde voorraad
IWO
= omzet - brutowinst = € 80.500 - € 23.250 =
€ 57.250
Gemiddelde voorraad
= € 25.550 + € 24.880 = € 50.430 : 2 =
€ 25.215
Omzetsnelheid
= IWO : gemiddelde voorraad = € 57.250 : € 25.215 =
2,27
Dit betekent dat je 2,27 keer je gemiddelde voorraad hebt verkocht in dat jaar.
Slide 34 - Slide
Oefenopdracht 3
IWO = € 1.510.000
De voorraad op 1 januari is € 100.000
De voorraad op 1 juli is € 120.000
De voorraad op 31 december is € 75.000
Bereken de omzetsnelheid.
Rond af op twee decimalen.
Slide 35 - Slide
Uitwerking
oefenopdracht 3
Formule omzetsnelheid = IWO : gemiddelde voorraad
IWO
= € 1.510.000
(wordt gegeven in de opdracht)
Gemiddelde voorraad
= (0,5 x € 100.000) + € 120.000 + (0,5 x € 75.000) =
€ 50.000 + € 120.000 + € 37.500 = € 207.500 : 2 =
€ 103.750
Omzetsnelheid
= IWO : gemiddelde voorraad = € 1.510.000 : € 103.750 =
14,55
Dit betekent dat je 14,55 keer de gemiddelde voorraad hebt verkocht in dat jaar
Slide 36 - Slide
Wat betekent omzetsnelheid?
A
Hoeveel omzet je in een periode (jaar) hebt gehaald
B
Hoe lang het duurt dat je de voorraad hebt verkocht
C
Het aantal keer dat je de gemiddelde voorraad in een periode (jaar) verkoopt
Slide 37 - Quiz
Hoe bereken je de omzetsnelheid?
A
gemiddelde voorraad / IWO
B
omzet / gemiddelde voorraad
C
gemiddelde voorraad / omzet
D
IWO / gemiddelde voorraad
Slide 38 - Quiz
Aan de slag
Maken uit je boek opdracht 2 t/m 10 van par. 5.1 t/m 5.3
Slide 39 - Slide
More lessons like this
21-22 / Par. 5.4
February 2022
- Lesson with
27 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
21-22 / H4 par. 4.3 omzetsnelheid
February 2021
- Lesson with
28 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
Kengetallen voorraadbeheer 4.3
December 2021
- Lesson with
37 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
H4.1&4.2 Voorraad bij- en afboeken en kengetallen JNLS
August 2022
- Lesson with
24 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
hoofdstuk Voorraadbeheer
December 2020
- Lesson with
22 slides
Goederenstroom
MBO
Studiejaar 1
20-21 / Goederenstroom H4 par. 4.3 (kengetallen omzetsnelheid en omzetduur)
January 2021
- Lesson with
25 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
21-22 / H4 par. 4.1 en 4.2 Voorraad bij- en afboeken en kengetallen
February 2021
- Lesson with
26 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
21-22 / Goederen par. 4.3
November 2021
- Lesson with
32 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1