Waarderende en feitelijke argumenten

Argumenteren 
Herhalen basis
Oefenen met standpunt, argument (feitelijk en waarderend)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Argumenteren 
Herhalen basis
Oefenen met standpunt, argument (feitelijk en waarderend)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt standpunten en argumenten herkennen.  
  • Je kunt waarderende en feitelijke argumenten herkennen. 

Slide 2 - Slide

Wat heb je de vorige les geleerd?

Slide 3 - Mind map

Je kunt argumenten vaak herkennen aan signaalwoorden als:
 want, omdat, namelijk, aangezien en immers.

standpunt, want argument
Je kunt een standpunt vaak herkennen aan signaalwoorden als: 
dus, daarom en kortom.


argument, dus standpunt

Slide 4 - Slide

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 5 - Quiz

[Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken.] Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 6 - Quiz

Ik vind dat scholen niet vóór 11 uur ’s morgens open mogen gaan. [Het puberbrein is erbij gebaat om later te beginnen.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 7 - Quiz

Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid. [Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken.]

A
Standpunt
B
Argument

Slide 8 - Quiz

Feitelijke argumenten
Als iemand zijn standpunt ondersteunt met een feitelijke uitspraak (iets wat controleerbaar is) noemen we die uitspraak een feitelijk argument.

voorbeelden:
Ik ga liever niet mee naar Parijs (standpunt), want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad (argument).

Israël en de Palestijnen zullen niet snel nader tot elkaar komen (standpunt); ze hebben immers nu al meer dan zestig jaar een ernstig conflict (argument).

Slide 9 - Slide

Waarderende argumenten
Iemand kan zijn standpunt ook ondersteunen met een waarderend argument. Een waarderende uitspraak geeft aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, goed of slecht, mooi of lelijk is.

Voorbeelden:
Ik ga graag mee naar Parijs (standpunt), want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld (argument).

Omdat we verplicht zijn om mensen in nood altijd te helpen (argument), vind ik dat we alle vluchtelingen in Nederland moeten opnemen (standpunt).

Slide 10 - Slide

Feitelijk of waarderend?

De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.


A
feitelijk
B
waarderend

Slide 11 - Quiz

Feitelijk of waarderend?

Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden. Leerlingen kunnen er echt geen nuttige dingen mee doen.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 12 - Quiz

Feitelijk of waarderend?

Je wordt er toch beroerd van als je die heftige berichten over ontgroeningen leest. Ze moeten het ontgroenen gewoon helemaal verbieden.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 13 - Quiz

De smartphone is onmisbaar. Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.

A
feitelijk
B
waarderend

Slide 14 - Quiz

Utrecht is een prettige stad om te wonen. Utrecht was in 2023 de stad met de grootste stijging van het aantal inwoners.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 15 - Quiz

Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Amsterdam gaan. Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Amsterdam te komen.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 16 - Quiz

Het gratis downloaden van muziek via internet moet strafbaar blijven. Niet Iedereen hoeft alle muziek te kunnen beluisteren.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 17 - Quiz

Maastricht is een prima stad om een dagexcursie voor CKV te organiseren. In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 18 - Quiz