This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
2.3 Lezen
Slide 1 - Slide
Feiten en Meningen
Een feit kun je controleren, bijvoorbeeld zien of meten.
Een mening is wat iemand vindt. Een mening herken je soms aan woorden zoals ik vind,volgens mij, naar mijn mening. (maar niet altijd.)
Slide 2 - Slide
Maken
Blz. 97 opdracht 1 t/m 5
Slide 3 - Slide
Hoofd- en bijzaken
De belangrijkste informatie, de hoofdzaak, staat vaak vooraan of achteraan in een alinea. Dit is de kernzin. Ook in tekst staat de belangrijkste informatie, de hoofdzaak, vaak aan het begin of aan het eind.
De minder belangrijke informatie noem je bijzaken. Dit zijn zinnen met een toelichting bij de kernzin. In een samenvatting kun je ze weglaten.
Slide 4 - Slide
In een samenvatting noteer je alleen de hoofdzaken van een tekst. De bijzaken noteer je niet.
Noteer alle kernzinnen van een tekst en zet er een titel boven.
Slide 5 - Slide
Maken
Blz. 100 opdracht 7 + 9 t/m 12
Slide 6 - Slide
Kennistest
Slide 7 - Slide
Spinazie is een groente.
A
Feit
B
Mening
Slide 8 - Quiz
Er doen veertien kinderen mee aan de dansles.
A
Feit
B
Mening
Slide 9 - Quiz
Willem II is de beste club van Nederland.
A
Feit
B
Mening
Slide 10 - Quiz
In Tilburg wonen meer mensen dan in Amsterdam.
A
Feit
B
Mening
Slide 11 - Quiz
Tilburg is de hoofdstad van Nederland.
A
Feit
B
Mening
Slide 12 - Quiz
De Dikke Van Dale is het beste woordenboek.
A
Feit
B
Mening
Slide 13 - Quiz
Een pinguïn is een vogel.
A
Feit
B
Mening
Slide 14 - Quiz
De Albert Heijn is de beste supermarkt in Nederland.
A
Feit
B
Mening
Slide 15 - Quiz
De Albert Heijn is de grootste supermarkt in Nederland.