78. Deel 8b, thema 1, week 3 Taak 9.3 en 10.3 volgorde van bewerkingen


1 / 24
next
Slide 1: Open question
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson


Slide 1 - Open question


Slide 2 - Open question

lesdoel
Ik weet de juiste volgorde om een som om te lossen.

Eerst tussen haakjes. Daarna delen en vermenigvuldigen. Tot slot optellen en aftrekken

Slide 3 - Slide

Wat is ons lesdoel?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide


Slide 6 - Open question


Slide 7 - Open question

let goed op
Ik heb drie manden met sinaasappels. Die moeten verdeeld worden over zakken waarin 15 sinaasappels passen.
Hoeveel zakken heb ik nodig?
1 mand: 80 sinaasappels

Slide 8 - Slide

juf doet het voor
De sinaasappels moeten verdeeld worden over zakken waarin 15 sinaasappels passen.
Hoeveel zakken heb ik nodig?


1 krat: 80 sinaasappels
Ik heb 3 kratten

Slide 9 - Slide

Nu samen
Ik koop 8 vlees pizza’s en
4 groente pizza’s.
Hoeveel stukken pizza heb ik dan?


Ik heb 2 pizza's
Eén met vlees (12 stukken) en één met groenten (8 stukken).

Slide 10 - Slide

stappenplan: 8 x 12 + 4 x 8.
* Je rekent  eerst de keersommen 8 x 12 en 4 x 8 uit.
* daarna tel je het op

Eerst vermenigvuldigen en delen daarna optellen en aftrekken


Slide 11 - Slide

Hoeveel = ?
5 x 3 + 6 x 3 = ?

Slide 12 - Open question

16 + 24 x 3.

Slide 13 - Open question

Schrijf de som op je wisbord
Je koopt 4 maaltijden van € 13,50 euro en 4 drankjes van € 1,50. Hoeveel moet je betalen?

Slide 14 - Slide

stappenplan: 30 : 6 x 2
Eerst delen daarna vermenigvuldigen


vermenigvuldigen heeft alleen voorrang boven optellen en aftrekken.

Slide 15 - Slide

Wat doe je eerst?
100 : 2 x 3

Slide 16 - Open question

30 : 5 x 6

Slide 17 - Open question

40 : 8 x 4

Slide 18 - Open question

25 x (8 - 4)
Stappenplan:
Je rekent eerst uit wat tussen de haakjes staat. Dat is 4. Dat vermenigvuldig je met 25.

Slide 19 - Slide

(5 x 12) : 4 =

Slide 20 - Open question

(4 x 13,50) + (4 x 1,50) =

Slide 21 - Open question

20 + 10 + 6 x 5 + 4 – 10 =
Denk aan de regels.
(eerts delen of veremnigvuldigen dan optellen of aftrekken.
54

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Deel 8b, thema 1, week 2
 Taak 9.3
Vanaf opgave 1F.
Alle opgaven en 10 x plussen

Taak 10.3
Alle opgaven
10 x plussen
Regels

20 : 4 +  3 x 10 =
Eerst delen en vermenigvuldigen dan optellen of aftrekken.

30 : 5 x 4 =
Eerst delen dan vermenigvuldigen
(30 + 10) : 2 + 20 =
Eerst tussen haakjes uitrekenen dan delen of vermenigvuldigen dan optellen of aftrekken

Slide 24 - Slide