Hanze

Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat gebeurde er in de tijd van de Hanzesteden? Sleep het woord naar de juiste stippellijn. 
De Hanzesteden hadden een goede ................................. aan het water. 
Op de kades van de IJssel werd door kooplieden veel handel .................................. . De ....................................  van de Hanze werden in grote tonnen gestopt zodat ze veilig verpakt bleven tijdens de reis tussen de verschillende steden. 
ligging
gedreven
goederen
boot
kooplieden
1 / 15
next
Slide 1: Drag question

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat gebeurde er in de tijd van de Hanzesteden? Sleep het woord naar de juiste stippellijn. 
De Hanzesteden hadden een goede ................................. aan het water. 
Op de kades van de IJssel werd door kooplieden veel handel .................................. . De ....................................  van de Hanze werden in grote tonnen gestopt zodat ze veilig verpakt bleven tijdens de reis tussen de verschillende steden. 
ligging
gedreven
goederen
boot
kooplieden

Slide 1 - Drag question

Wat hoort bij de Hanze?
A
aandelen
B
Koggeschip
C
WIC
D
specerijen

Slide 2 - Quiz

Waarom werd de Hanze opgericht?
A
Om handelsvoordelen te krijgen.
B
Om veilig te kunnen handelen.
C
Om steden machtiger te maken.
D
Om betere schepen te bouwen.

Slide 3 - Quiz

Hanzesteden hebben een samenwerkingsverband om met elkaar handel drijven. Welke stad is geen Hanzestad
A
Deventer
B
Zutphen
C
Harderwijk
D
Amsterdam

Slide 4 - Quiz

Sleep de Hanzesteden naar de juiste plek
WEL Hanzesteden
GEEN Hanzesteden
Wierden
Zutphen
Almelo
Enschede
Rome
Kampen
Amsterdam
Zwolle
Deventer
Utrecht

Slide 5 - Drag question

Wat is de Hanze?
A
Een groep mensen met hetzelfde ambacht.
B
Een handelsverbond tussen meerdere steden uit verschillende landstreken.
C
Dat een stad een eigen bestuur heeft.
D
De Hanze is alleen de stad Deventer.

Slide 6 - Quiz

Welke uitspraak over de Hanze is NIET juist?
A
De handelaren van de Hanze kochten apart van elkaar hun producten in.
B
De handelaren gingen samen op reis, dat was veiliger.
C
De handelaren gebruikten dezelfde munten, gewichten en maten.
D
De handelaren maakten samen afspraken met stadsbesturen en landsheren.

Slide 7 - Quiz

In welk product wordt niet gehandeld door de Hanze?
A
Dierenhuiden
B
Kaneel
C
Wol
D
Gedroogde vis

Slide 8 - Quiz

In de stad Deventer staat uit de tijd van de Hanze nog een ‘Waag’. Wat gebeurt hier ten tijde van de Hanze?
A
Het dient als rechtbank
B
Er worden schepen geveild
C
Er wordt geld gewogen
D
Er worden scheeponderdelen gerepareerd

Slide 9 - Quiz

De Hanzesteden zijn een groot netwerk op het gebied van handel. Wat is een voordeel van de Hanze?
A
Geen tol voor andere Hanzesteden.
B
De Hanze steden werken samen
C
samen reizen voor veiligheid
D
De hanze heeft geen voordelen

Slide 10 - Quiz

In 1267 werd de Hanze opgericht. Wat is NIET WAAR over de Hanze?
A
De Hanze was een samenwerking tussen steden.
B
De Hanze leverde de kooplieden veel voordelen op, zoals afspraken over goedkopere prijzen.
C
Bij de Hanze waren veel gildes aangesloten die hun producten zo beter konden verkopen.
D
De IJssel was een rivier waaraan veel Hanze steden lagen.

Slide 11 - Quiz

Plaats de volgende canonvensters in chronologische volgorde 
Johan van Oldenbarnevelt
Napoleon Bonaparte
De Hanze
Aletta Jacobs

Slide 12 - Drag question

Wanneer was de Hanze in Nederland?
A
850-969
B
1185-1212
C
1356-1450
D
1524-1825

Slide 13 - Quiz

Maak de goede combinaties tussen betekenis en begrip.
Betekenis
Begrip
Het recht van een stad op een eigen bestuur.
Tijd van steden en staten (1000-1500)
Beroep waarbij je producten met de hand maakt.
Vereniging van mensen met hetzelfde ambacht of beroep.
Groep steden die met elkaar samenwerkten om meer handel te krijgen
Hoofdkerk van een bisdom, het gebied dat een bisschop bestuurde.
stadsrechten
late Middeleeuwen
ambacht
gilde
Hanze
kathedraal

Slide 14 - Drag question

Hanze 
Niet Hanze

Slide 15 - Drag question