H2 P4 W25

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

HAVO 2 ENGELS 

WEEK 25 

The aim of this lesson:

- know how to talk about the weather 

Theme 8 Part I 

Stones p. 124

22 Talking about the weather 

https:

Use the words to type six sentences from the Stone. Then type Dutch translation of each sentence. Use each word only once. 

in Scotland? - What's - be fog - and thunder. - The weather -
are generally - We can - for tomorrow? - Is it - in the morning? - Will there - cloudy and chilly . - Our summers - expect lightning - going to freeze - pleasant and clear. - the weather forecast - will be

21 Type in what you would say in English. 

Use Stone 22. 

Hoe vraag je of het weer volgende week goed zal zijn?

Hoe vraag je of er zonneschijn zal zijn in de middag?

Hoe vraag je of het vanavond gaat regenen?

Hoe zeg je dat we sneeuw en zware wind kunnen verwachten?

Hoe zeg je dat het in de herfst meestal koud en regenachtig is?

Hoe zeg je dat het heel warm was in het zuidoosten van Italié ?

Hoe zeg je dat New York een zware sneeuwstorm en hagel kan verwachten vanavond?

22 Type three sentences about this illustration.

Use Stone 22.