H11 Nederland en Europa BB

Na deze les kun jij...
... vertellen wat de oorspronkelijk doelen van de EU zijn...
...vertellen op welke gebieden de landen binnen de EU samenwerken.
Wat gaan we doen?
Weet je nog?
Filmpje EU kijken
Uitleg (aantekening)
Aan de slag
Afsluiting
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Na deze les kun jij...
... vertellen wat de oorspronkelijk doelen van de EU zijn...
...vertellen op welke gebieden de landen binnen de EU samenwerken.
Wat gaan we doen?
Weet je nog?
Filmpje EU kijken
Uitleg (aantekening)
Aan de slag
Afsluiting

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Oorspronkelijke doelen EU
Na de Tweede Wereldoorlog gingen een aantal landen samenwerken. Zij hadden twee doelen:
- Veiligheid (nooit meer oorlog)
- Welvaart (rijker worden)

In de loop van de jaren zijn steeds meer landen lid geworden van de EU.

Slide 4 - Slide

Europese samenwerking
De lidstaten van de EU werken samen op het gebied van:
--> Economie: Er is één gemeenschappelijke markt.
 Er is vrij verkeer van diensten, goederen, geld en mensen.
 Garanderen van eerlijke concurrentie 
 Gemeenschappelijk landbouwbeleid
 In de meeste EU-landen betaal je met de Euro
--> Buitenlands beleid (vooral vluchtelingen- en asielbeleid
--> Justitie (criminaliteit die over de grenzen heen gaat)
--> Milieu

Slide 5 - Slide

Nederland is lid van de EU en moet daarom Europese richtlijnen (regels) omzetten naar de Nederlandse wet.
Europa is niet hetzelfde als de EU; er zijn ook Europese landen die niet lid zijn van de EU.
Het politieke hart van de EU zit in Brussel.
 


Slide 6 - Slide

Invloed van de EU 
  1.  Mensenrechten en de democratische rechtsstaat moeten worden gerespecteerd en gegarandeerd. Bijvoorbeeld mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten.
  2. Europees burgerschap (wonen, werken, reizen binnen EU). Als Europees burger mag je stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen in de gemeente waar je woont, ook al heb je een andere EU nationaliteit.
  3. Rechten van de consument zijn beschermd.

Slide 7 - Slide

Het bestuur van de EU
  • Hoe wordt Europa bestuurd?
Wat doet:
- de Europese Commissie: zij zijn het dagelijks bestuur en zij maken wetsvoorstellen 
- het Europees Parlement: zij stemmen op de wetsvoorstellen van de Europese Commissie
- De Raad van ministers: dit zijn alle ministers van een beleidsterrein. De ene keer zijn het alle ministers van Justitie van alle EU-landen, dan weer alle ministers van Sociale Zaken. Zij stemmen ook op wetsvoorstellen van de Europese Commissie.

Slide 8 - Slide

knelpunten in de EU
  • We beslissen minder als eigen land, we moeten ons houden aan de richtlijnen van de EU.
  • Mensen uit Oost-Europa mogen nu ook hier komen werken en "pikken" onze banen in.
  • Het duurt lang voor iets besloten is (EU wordt gezien als een logge en bureaucratische organisatie).

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Zijn alle landen uit Europa ook lid van de Europese Unie?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

In alle landen van de Europese unie kun je met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Binnen de Europese Unie is sprake van vrij verkeer van goederen, mensen en diensten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Zara en Fatma kijken naar het journaal. Het gaat over de Europese Unie. Fatma vraagt: “Waarom is Nederland lid van de Europese Unie?” Wat kan Zara het beste zeggen?
A
Dan werken alle legers van Europa samen.
B
Dat is verplicht voor alle Europese landen.
C
Het is goed voor de Nederlandse economie.
D
Dan komen er meer toeristen naar Nederland.

Slide 15 - Quiz

De Europese Commissie is vergelijkbaar met het Nederlandse kabinet
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Als mensen in Nederland mogen gaan stemmen voor Europa, wie gaan ze kiezen?
A
Het Europees Parlement
B
De Europese Raad
C
De raad van Ministers
D
De Europese Commissie

Slide 17 - Quiz

Door wie worden de leden van het Europees Parlement gekozen?
A
Door de leden van de Europese Commissie
B
Door de Europese burgers
C
Door de leden van het parlement van ieder lidstaat
D
Door de regeringsleiders

Slide 18 - Quiz