W27 2B EN U7.4 Some/Any 2

Grammar

Je oefent met het begrijpen van Engels gesproken teksten.
1 / 26
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Grammar

Je oefent met het begrijpen van Engels gesproken teksten.

Slide 1 - Slide

We are going to learn the phrases on page 64 and 67 of your textbook.
Aan het einde van de les weet je wanneer je any- of some- 
-thing, -body, -one, -where
gebruikt.

Slide 2 - Slide

Some & Any
betekenen allebei;
een beetjewat, enkele of  een paar,
 hoe weet je dan welke je moet gebruiken?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bij een bevestigende zin gebruik je....
A
some
B
any

Slide 5 - Quiz

Bij een vraag zin
zonder verwachte antwoord
gebruik je....
A
some
B
any

Slide 6 - Quiz

Bij een vraag zin
met het verwachte antwoord 'ja'
gebruik je....
A
some
B
any

Slide 7 - Quiz

Bij een ontkennende zin gebruik je....
A
some
B
any

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

I hoop there isn't any.... wrong.
A
-thing
B
- body
C
-one
D
-where

Slide 12 - Quiz

I hoop there isn't anything wrong.

Slide 13 - Slide

I'm looking for some.... to help me.
A
-thing
B
- body
C
-one
D
-where

Slide 14 - Quiz

I'm looking for someone to help me.

Slide 15 - Slide

Is there any... I can do?
A
-thing
B
- body
C
-one
D
-where

Slide 16 - Quiz

Is there anything I can do?

Slide 17 - Slide

I can't find here any...?
A
-thing
B
- body
C
-one
D
-where

Slide 18 - Quiz

I can't find here anywhere?

Slide 19 - Slide

She must be here some..... .
A
-thing
B
- body
C
-one
D
-where

Slide 20 - Quiz

She must be here somewhere .

Slide 21 - Slide

Maak de oefeningen in de link op see volgende slide.
Maak een screenshot om hier te uploaden.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Link

Make exercise fourty four on page
a hundred and thirty two of your textbook.

Complete the exercises of 7.4 in your digital learning materials.

Slide 24 - Slide

Upload a picture of exercise twenty one.

Slide 25 - Open question

Weet je nu wanneer je any- of some-
-thing, -body, -one, -where
gebruikt?

Slide 26 - Open question