Past Simple

Welcome!
Don't forget to open the 'Live chatten' Google Doc so your teachers can help you while you work!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome!
Don't forget to open the 'Live chatten' Google Doc so your teachers can help you while you work!

Slide 1 - Slide

Today's goal
At the end of the lesson you know how to form and use the past simple in positive sentences.

Slide 2 - Slide

Agenda
Unit 5: Lesson 4, pagina 194
Exercises 8 to 13

Fill in the answers in your digital book after going through the explanation

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

In de vorige lessen hebben we de present simple (altijd, vaak of nooit) en de present continuous (aan het doen zijn) geleerd.

Vandaag komt er een nieuwe tijd bij: de past simple.




Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je de past simple?
Je gebruikt de past simple als iets in het verleden gebeurd is en afgelopen is. 
In het Nederlands: De verleden tijd

Signaalwoorden om de verleden tijd te herkennen:
Last year, yesterday, in 2019, an hour ago


Slide 6 - Slide

Examples
- I always drive to the cinema -> Present simple
- I talked to my sister yesterday -> Past simple

- I always meet my friends at school -> Present simple
- I finished my homework an hour ago -> Past simple

Slide 7 - Slide

Hoe maak je deze tijd?
De past simple heeft iets bijzonders: Er zijn twee verschillende sets regels. Een voor normale werkwoorden en een voor werkwoorden die de normale regels niet volgen. (onregelmatige werkwoorden) 

In de eerste klas behandelen we alleen de normale werkwoorden. Volgend jaar komen daar de onregelmatige werkwoorden bij. Let goed op, want we bouwen hier volgend jaar op verder.




Slide 8 - Slide

Zoals jullie al geleerd hebben zijn er drie soorten zinnen:
+ (positief), - (negatief) en ? (vraagzin)

In deze les behandelen we alleen de + zinnen, volgende week pas komen de - en de ? erbij.

Let op: Voor de - en ? tijden heb je een trucje nodig, deze leren jullie volgende week.


Slide 9 - Slide

De regels
De basis: WW + -ed, voor alle vormen (I, you, he, she, it, we, you, they)

She walked to school yesterday.
My sister liked to play tennis when she was young.
My best friend wanted a dog five years ago.


Maar..

Slide 10 - Slide

Eindigt het WW op een -e?
Dan: Alleen -d
I danced with him yesterday.

Eindigt het WW op een medeklinker + y? 
Dan: Word de y een i + -ed
She cried after her boyfriend broke up with her earlier.

Slide 11 - Slide

Eindigt het WW op een klinker + -y?
Dan: Komt er gewoon -ed achter
She played football with me yesterday.

Eindigt het WW op een klinker en een medeklinker? (Behalve bij een w, x of y)
Dan: Verdubbelt de laatste letter in de past simple voordat je -ed toevoegt.
He admitted that he lied.


Slide 12 - Slide

Eindigt het WW op een klinker + l?
Dan: Verdubbelt de laatste letter in de past simple voordat je -ed toevoegt.
We travelled to Japan two months ago.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Aan de slag!
In de volgende dia's krijg je een werkwoord, waarbij je de juiste spelling van de verleden tijd moet kiezen.

Daarna krijg je open vragen waar je zelf het werkwoord (in haakjes) in moet vullen.


Slide 15 - Slide

play
A
playyed
B
plaied
C
played

Slide 16 - Quiz

marry
A
married
B
marryed
C
marred

Slide 17 - Quiz

train
A
trained
B
trainned
C
traind

Slide 18 - Quiz

breathe
A
breathied
B
breathed
C
breathhed

Slide 19 - Quiz

trap
A
traped
B
trapied
C
trapped

Slide 20 - Quiz

I ... (walk) to school two months ago.

Slide 21 - Open question

Elias ... (bake) a cake yesterday.

Slide 22 - Open question

My dog ... (behave) very well.

Slide 23 - Open question

My brother ... (skip) school a lot as he was in high school.

Slide 24 - Open question

Thomas ... (try) to dance.

Slide 25 - Open question

My parents ... (travel) to Africa last year.

Slide 26 - Open question

We ... (boil) the meat.

Slide 27 - Open question

Agenda
Unit 5: Lesson 4, pagina 194
Exercises 8 to 13

Fill in the answers in your digital book after going through the explanation

Slide 28 - Slide

In the morning I ... (brush) my teeth.

Slide 29 - Open question

Yesterday, I ... (walk) to the store.

Slide 30 - Open question

Als laatste opdracht voor vandaag moeten jullie zelf zinnen maken. Deze moet je achter je naam zetten in de Google Doc. 

Kies uit deze werkwoorden (je moet ze nog wel in het verleden zetten): 
brush, call, borrow, clean, shower, play, talk

Slide 31 - Slide

Today's goal
At the end of the lesson you know how to form and use the past simple in positive sentences.

Slide 32 - Slide