Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
Slide 1 - Slide
Deze les
Terugblik leerdoelen vorige les.
Voorbereiden op de toets.
Opdrachten maken.
Afsluiten; wat heb je deze les geleerd?
Slide 2 - Slide
Bij muggenlarven vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
De larven van muggen leven in het water. Ze hebben een adembuis aan het achtereind van hun lichaam. Die adembuis staat in verbinding met de ademhalingsorganen en gaat naar het wateroppervlak.
Wat voor ademhalingsorganen hebben muggenlarven?
A
kieuwen
B
tracheen
C
longen
D
longzakken
Slide 4 - Quiz
Wat is het verschil tussen longen van vogels en zoogdieren.
A
Die van vogels hebben in verhouding
meer inhoud dan die van zoogdieren.
Die van vogels zijn veel effectiever dan die van zoogdieren.
B
Die van zoogdieren hebben in verhouding
meer inhoud dan die van vogels.
Die van vogels zijn veel effectiever dan die van zoogdieren.
C
Die van vogels hebben in verhouding
meer inhoud dan die van zoogdieren.
Die van zoogdieren zijn veel effectiever dan die van vogels.
D
Die van zoogdieren hebben in verhouding
meer inhoud dan die van vogels.
Die van zoogdieren zijn veel effectiever dan die van vogels.
Slide 5 - Quiz
Hoe haalt een honingbij adem?
A
Longen
B
Huid
C
Tracheeën
D
Kieuwen
Slide 6 - Quiz
Welk nummer geeft de ademhalingsopening van dit insect weer.
A
nummer 3
B
nummer 4
C
nummer 5
D
nummer 8
Slide 7 - Quiz
Bij het klokdiertje(zie foto) vindt stofwisseling plaats via het celmembraan
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
leg met behulp van de informatie uit dat een dolfijn zich niet kan verslikken
Slide 9 - Open question
Volgende vragen zijn over de vwo stof. Havo mag mee doen of alvast aan het werk gaan met de afsluiting.
Slide 10 - Slide
Welke van onderstaande gewervelden zijn warmbloedig meerdere antwoorden mogelijk.
A
vogels
B
vissen
C
zoogdieren
D
reptiel
Slide 11 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Welk van beide dieren is in staat in de winter een actief leven te leiden?
En in welk van beide dieren vindt in de winter de meeste verbranding plaats?
A
De koolmees kan in de winter een actief leven leiden; de meeste verbranding vindt plaats in de koolmees.
B
De koolmees kan in de winter een actief leven leiden; de meeste verbranding vindt plaats in de ringslang.
C
De ringslang kan in de winter een actief leven leiden; de meeste verbranding vindt plaats in de koolmees.
D
De ringslang kan in de winter een actief leven leiden; de meeste verbranding vindt plaats in de ringslang.
Slide 12 - Quiz
Tim zegt: Als dieren altijd dezelfde lichaamstemperatuur hebben, zijn ze warmbloedig Karen zegt: Warmbloedige dieren hebben in een warme omgeving een hogere lichaamstemperatuur dan in een koude omgeving
A
beide hebben gelijk
B
beide hebben ongelijk
C
Tim: waar
Karen: nietwaar
D
Tim: nietwaar
Karen: waar
Slide 13 - Quiz
Zijn vleermuizen koudbloedige of warmbloedige dieren?
A
koudbloedige dieren
B
warmbloedige dieren
Slide 14 - Quiz
Een goudvis is een koudbloedig dier.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Leerdoelen voor deze week.
-Alle leerdoelen van het thema “Ademhaling en verbranding”.
Voor vwo ook:
-Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.
Slide 16 - Slide
De toetsdatum
De toets staat nu in magister op maandag 11 april.
Zou dus ook eerder kunnen (raak je niet in de war met het nieuwe thema.)
Bijvoorbeeld op donderdag 7 april. (anders eerst twee lessen over nieuw thema en dan de toets)
Slide 17 - Slide
timer
5:00
Leerdoelen:
-Alle leerdoelen thema ademhaling.
Voor vwo ook:
-Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de samenvatting (afsluiting) en vwo ook de tekst van Basisstof 8.
-Te maken: afsluiting en vwo ook B8. (En alles wat nog niet af was maar wel af had moeten zijn)
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
-Vragen te stellen en te leren.
Eerst 10 minuten zelf in stilte, daarna mag je overleggen.
Slide 18 - Slide
Afsluiting.
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e bio les van volgende week.