Over taal, blok 3 - mavo 3

Goedemiddag 3Md!
Programma: 
kort herhalen Over Taal blok 3
Spelling 1 §1.6 + 1.7, theorie herhalen & maken opdr. 1, 2, 3, 5 en 6

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemiddag 3Md!
Programma: 
kort herhalen Over Taal blok 3
Spelling 1 §1.6 + 1.7, theorie herhalen & maken opdr. 1, 2, 3, 5 en 6

Slide 1 - Slide


Welk woord komt oorspronkelijk uit het Nederlands?
A
Bagage
B
Koffie
C
Rijksdaalder
D
Agenda

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Uit welke taal zijn de onderstaande leenwoorden afkomstig?
Arabisch
Duits
Frans
Engels
Latijn
matras, koffie, caravan
föhn, ober, sowieso
chauffeur, horloge, ambulance
flat, team, baby
museum, agenda,
datum

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide


Welke uitspraak is niet waar?
A
Leenwoorden zijn Nederlandse woorden die in andere talen voorkomen.
B
Leenwoorden zijn woorden uit andere talen die in het Nederlands voorkomen.
C
Leenwoorden komen alleen in het Nederlands voor.
D
Je kunt de herkomst van een leenwoord in een etymologisch woordenboek opzoeken.

Slide 6 - Quiz

1.7 Spelling van ww in samengestelde zinnen 

Slide 7 - Slide

DOELEN


- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen correct spellen

samengestelde zinnen

Slide 8 - Slide

PERSOONSVORMEN IN SAMENGESTELDE ZINNEN


Eerder leerde je hoe je de persoonsvormen en onderwerpen kunt vinden in samengestelde zinnen.


In deze les leer je de persoonsvormen goed spellen.



Slide 9 - Slide

PERSOONSVORMEN

IN EEN SAMENGESTELDE ZIN

Zet de zin in een andere tijd:

Je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom. 

De werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvormen.


VOORBEELD:

Lotte denkt dat haar cijfer een voldoende is.


Lotte dacht dat haar cijfer een voldoende was.

Slide 10 - Slide

schema werkwoordspelling

Slide 11 - Slide

PERSOONSVORMEN

 IN SAMENGESTELDE ZINNEN

Juist spellen van de persoonsvormen:

- Controleer of het werkwoord een persoonsvorm is

- Kijk of het werkwoord in de tegenwoordige tijd (tt) of in de verleden tijd (vt) staat

- Kijk naar het onderwerp om te zien of de pv enkelvoud (ev) of meervoud (mv) is

- Vul de juiste vorm van het werkwoord in


Slide 12 - Slide

Zelfstandig aan het werk.
Spelling 1 §1.6 + 1.7
Maken opdr. 1, 2, 3, 5 en 6 vanaf blz. 27

Slide 13 - Slide