2H1 Chapter 5

Shop till you drop
Chapter 5 lesson 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Shop till you drop
Chapter 5 lesson 2

Slide 1 - Slide

Find
  1. a half naked couple
  2. a musician
  3. a shoplifter
  4. saint Nicolas
  5. a kid with a blue cap
  6. a surveillance camera
  7. an angry customer

Slide 2 - Slide

timer
2:00

Slide 3 - Slide

1
7
3
5
6
4
2

Slide 4 - Slide

To do
  1. Checking exercises 3 + 4 
    wb p. 9  and tb p.  72
  2. Checking reading comprehension
  3. Stones practise

Slide 5 - Slide

Exc 3 key

1 on offer - aanbod
2 till - kassa
3 bargain - koopje
4 sales assistant – verkoopmedewerk(st)er
5 price tag - prijskaartje

.

6 shop window - etalage
7 on sale - in de uitverkoop
8 best-selling - best verkopende
9 customer - klant
10 shipping rates - verzendkosten

Slide 6 - Slide

Exc 4 key

1 purchase
2 on offer
3 delivery
4 customer




5 refund
6 trolley
7 aisle
8 bargain

Answer:
Price tag = prijskaartje

Slide 7 - Slide

Using (an) emoji(s): What do
you think about shopping?
timer
0:30

Slide 8 - Open question

What is the last item you recently bought?
timer
0:30

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Reading
Read p. 73 along with the audio file and then answer the questions

Slide 11 - Slide

Name a reason for building
this underground city - according to par 1
timer
1:00

Slide 12 - Open question

Why is the underground city 'an impressive urban planning achievement? (par 2)
timer
1:00

Slide 13 - Open question

What could the word
'rabbit warren' mean in paragraph 4?
timer
1:00

Slide 14 - Open question

Of how many square kilometers does the Underground City of Montreal exist?
A
32
B
12

Slide 15 - Quiz

Stone 13 p. 74 
What would you say in the following situations?

Slide 16 - Slide

Je hebt een mooi t-shirt gevonden, maar je wilt wel zeker weten dat het goed zit. Wat vraag je?

Slide 17 - Open question

Je hebt het laatste item in de verkeerde maat. Je wilt weten of er nog iets op voorraad is.

Slide 18 - Open question

Een klant wil met zware tassen de trap nemen. Je wilt behulpzaam zijn en geeft een tip. Wat zeg je?

Slide 19 - Open question

Een klant wil weten wat het verschil is tussen twee telefoons. Wat zeg je?

Slide 20 - Open question

Je hebt mooie Nike's gevonden, maar je wilt een andere kleur proberen. Wat zeg je?

Slide 21 - Open question

Homework
Study grammar 13
Do exc. 12 en 13 p. 14

Slide 22 - Slide