Les 4: ka 12: het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

ka 12: het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur 


Het feodaal stelsel / feodalisme
1 / 52
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

ka 12: het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur 


Het feodaal stelsel / feodalisme

Slide 1 - Slide

ontstaan van horigheid
(het toebehoren van een boer aan het land van een heer)
door:
- wegvallen centraal bestuur
- wegvallen bescherming (overheid/leger)
- wegvallen steden
- wegvallen handel en nijverheid

-> boeren zoeken bescherming bij een heer
de overheid bood geen bescherming en rondtrekkende bendes hadden vrij spel. Boeren zagen zich gedwongen bescherming te zoeken bij een heer. In ruil daarvoor gingen ze verplichtingen aan.
Leg met behulp van de afbeelding uit:
- Hoe horigheid ontstond en
- waarom horigheid ontstond

Slide 2 - Slide

ontstaan van horigheid
(het toebehoren van een boer aan het land van een heer)
door:
- wegvallen centraal bestuur
- wegvallen bescherming (overheid/leger)
- wegvallen steden
- wegvallen handel en nijverheid

-> boeren zoeken bescherming bij een heer
de overheid bood geen bescherming en rondtrekkende bendes hadden vrij spel. Boeren zagen zich gedwongen bescherming te zoeken bij een heer. In ruil daarvoor gingen ze verplichtingen aan.

Slide 3 - Slide

ka 12: het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur 


Het feodaal stelsel / feodalisme

Slide 4 - Slide

Welkom!

Waar heb je aan het eind van de les weet van?
- Wat is feodalisme
Programma
- opening
- uitleg feodalisme
- opdracht
- Aan het (huis)werk



Slide 5 - Slide

KA: feodale verhoudingen in het bestuur

'Wat was het gevolg van het feodalisme voor de macht van de koning??


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Er zijn invallen van o.a. Vikingen, Saracenen.

Jij wilt je gewonnen gebieden niet verliezen en veilig houden

Er is geen geld.
Je kunt niemand voor zijn diensten betalen. Je ontvangt geen belasting.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

opdracht 1

Slide 18 - Slide

Edward benoemt Willem tot zijn opvolger en zegt tegen Harold dat hij naar Frankrijk moet gaan om dit Willem te zeggen
Bij Willem zweert Harold op heilige relieken dat Willem troonopvolger is, als Edward sterft.
Edward benoemt Harold tot zijn opvolger en sterft.
Harold wordt door adel en geestelijkheid als koning erkend.
Willem geeft bevel tot scheepsbouw om zo naar Engeland te varen en Harolds troon op

Harold sneuvelt in de Slag bij Hastings.

Slide 19 - Slide

Edward benoemt Willem tot zijn opvolger en zegt tegen Harold dat hij naar Frankrijk moet gaan om dit Willem te zeggen
Bij Willem zweert Harold op heilige relieken dat Willem troonopvolger is, als Edward sterft.
Edward benoemt Harold tot zijn opvolger en sterft.
Harold wordt door adel en geestelijkheid als koning erkend.
Willem geeft bevel tot scheepsbouw om zo naar Engeland te varen en Harolds troon op

Harold sneuvelt in de Slag bij Hastings.

Slide 20 - Slide

Edward benoemt Willem tot zijn opvolger en zegt tegen Harold dat hij naar Frankrijk moet gaan om dit Willem te zeggen
Bij Willem zweert Harold op heilige relieken dat Willem troonopvolger is, als Edward sterft.
Edward benoemt Harold tot zijn opvolger en sterft.
Harold wordt door adel en geestelijkheid als koning erkend.
Willem geeft bevel tot scheepsbouw om zo naar Engeland te varen en Harolds troon op

Harold sneuvelt in de Slag bij Hastings.

Slide 21 - Slide

Edward benoemt Willem tot zijn opvolger en zegt tegen Harold dat hij naar Frankrijk moet gaan om dit Willem te zeggen
Bij Willem zweert Harold op heilige relieken dat Willem troonopvolger is, als Edward sterft.
Edward benoemt Harold tot zijn opvolger en sterft.
Harold wordt door adel en geestelijkheid als koning erkend.
Willem geeft bevel tot scheepsbouw om zo naar Engeland te varen en Harolds troon op

Harold sneuvelt in de Slag bij Hastings.

Slide 22 - Slide

Edward benoemt Willem tot zijn opvolger en zegt tegen Harold dat hij naar Frankrijk moet gaan om dit Willem te zeggen
Bij Willem zweert Harold op heilige relieken dat Willem troonopvolger is, als Edward sterft.
Edward benoemt Harold tot zijn opvolger en sterft.
Harold wordt door adel en geestelijkheid als koning erkend.
Willem geeft bevel tot scheepsbouw om zo naar Engeland te varen en Harolds troon op

Harold sneuvelt in de Slag bij Hastings.

Slide 23 - Slide

Edward benoemt Willem tot zijn opvolger en zegt tegen Harold dat hij naar Frankrijk moet gaan om dit Willem te zeggen
Bij Willem zweert Harold op heilige relieken dat Willem troonopvolger is, als Edward sterft.
Edward benoemt Harold tot zijn opvolger en sterft.
Harold wordt door adel en geestelijkheid als koning erkend.
Willem geeft bevel tot scheepsbouw om zo naar Engeland te varen en Harolds troon op

Harold sneuvelt in de Slag bij Hastings.

Slide 24 - Slide

Edward benoemt Willem tot zijn opvolger en zegt tegen Harold dat hij naar Frankrijk moet gaan om dit Willem te zeggen
Bij Willem zweert Harold op heilige relieken dat Willem troonopvolger is, als Edward sterft.
Edward benoemt Harold tot zijn opvolger en sterft.
Harold wordt door adel en geestelijkheid als koning erkend.
Willem geeft bevel tot scheepsbouw om zo naar Engeland te varen en Harolds troon op

Harold sneuvelt in de Slag bij Hastings.

Slide 25 - Slide

opdracht 2

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Feodaliteit en:
  1. het probleem bij opvolging?
  2. het probleem bij wederzijdse trouw?
  3. hoe lieten de koningen (leenheer) hun macht bevestigingen? (door wie?)
  4. Wat is de relatie met het hofstelsel?

Slide 33 - Slide

Hofstelsel

Slide 34 - Slide

'Wat was het gevolg van het feodalisme voor de macht van de koning??'

Slide 35 - Slide

681-741
Karel Martèl
Karel de Grote
745-815

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

aan het werk !

lezen blz 38
maken blz 39

Slide 38 - Slide

12.1

Slide 39 - Open question

12.2

Slide 40 - Open question

12.3

Slide 41 - Open question

12.4

Slide 42 - Open question

12.5

Slide 43 - Open question

je hebt vraag 12.1 t/m 12.5 gemaakt en nagekeken.
Dit zijn verwerkingsvragen.
Reflecteer hier op en schrijf dit hieronder op. Geef je zelf ook een cijfer tussen de 1 en de 10

Slide 44 - Open question

12.6

Slide 45 - Open question

12.7

Slide 46 - Open question

12.8

Slide 47 - Open question

12.9

Slide 48 - Open question

12.10

Slide 49 - Open question

12.11

Slide 50 - Open question

je hebt vraag 12.6 t/m 12.11 gemaakt en nagekeken.
Dit zijn toepassing & inzichtvragen.
Reflecteer hier op en schrijf dit hieronder op. Geef je zelf ook een cijfer tussen de 1 en de 10

Slide 51 - Open question

stelling:
H​et ontstaan van het feodale stelsel had uiteindelijk meer voordeel voor de vazallen dan voor de koning.
Geef een argument voor en een argument tegen

Slide 52 - Open question