HC BR 1.1.3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

   Welkom!

Herhaling 1.1

Opdracht 1 - Welke zaken horen bij de noordelijke en welke bij de zuidelijke koloniën?

		Noordelijke	Zuidelijke
1	plantagekolonie
2	vestigingskolonie
3	aanzienlijk aantal slaven
4	nadruk op nijverheid en handel
5	minder slaven
6	landbouw en export

Herhaling 1.1

Opdracht 2 - Neem A-D over. Vul de ontbrekende begrippen in.

Wapens en alcohol

(A)

(C)

(D)

(B)

Programma

• Herhaling vorige les
• HC 1.1 leerdoel 7
• Opdracht HC LL 1.1 leerdoelen 8
  
• HC 1.1 leerdoel 9-10
• Weektaak
  
• Afsluiting
  

1.1 Brits kolonialisme in Amerika

18. Het begin van de Europese overzeese expansie.

21. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

27. Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

29. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel.

30. De democratische revoluties in westerse landen, met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Leerdoelen 1.1

7. Ik kan economische en politieke motieven noemen voor het verzet van de 

kolonisten tegen Groot-Brittannië.

8. Ik kan uitleggen hoe verlichte ideeën als trias politica, volkssoevereiniteit en 

natuurlijke rechten werden toegepast in de Amerikaanse grondwet.

9. Ik kan argumenten voor en tegen abolitionisme noemen.

10. Ik kan verklaren waarom het verbod op slavenhandel en slavernij in het 

Britse Rijk zorgde voor de economische neergang van Jamaica en Barbados.

1.1 Oplopende spanningen

• Bevolking in Amerika groeit fors.
• In 1775 2,5 miljoen.
• Indiaanse bevolking gedecimeerd.

• Meeste inwoners zijn in Amerika geboren.
• Voelen geen band met Engeland.

1707: Engeland + Schotland = Koninkrijk Groot-Brittannië

1.1 Oplopende spanningen

Motieven voor verzet van Engelse kolonisten:

• economisch: hoge belastingen die de kolonisten moesten betalen (vooral op verbruiksartikelen)

    oorzaak: Zevenjarige Oorlog (1756-            1763)

• politiek: geen inspraak in besteding van dat belastinggeld.

1.1 Verlichting

Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.

Scheiding van de macht in drie delen: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.

Rechten die altijd, overal en voor iedereen zouden moeten gelden, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting.

Montesquieu

trias politica

Rousseau

volkssoevereiniteit

Locke

natuurlijke rechten

1.1 Verlichting

18e eeuw verlichte ideeën beïnvloeden ideeën kolonisten over vrijheid, eigendom en zelfbescherming.

No taxation without representation

4 juli 1776 Onafhankelijkheidsverklaring

1776-1783 Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog

1.1 Onafhankelijkheid

Dertien koloniën onafhankelijk.

1789 Amerikaanse grondwet

• president
• Congres (= parlement)
• scheiding der machten Congres en rechters
• federale statenbond (hoogste macht bij de staten)

1.1 Abolitionisme

Groot-Brittannië

1807 Afschaffing slavenhandel

1833 Afschaffing slavernij

Verenigde Staten

1789 Vrije staten en slaafstaten

Burgeroorlog tussen Noord en Zuid.

1865 Slavernij afgeschaft.

1.1 Aan de slag

- Wat? Weektaak 

- Hoe? Alleen en in stilte

- Hulp? Docent

- Klaar? Maak samenvatting, mindmap, tijdlijn of oefen met begrippen.

Leerdoelen 1.1

7. Ik kan economische en politieke motieven noemen voor het verzet van de kolonisten tegen Groot-Brittannië.

8. Ik kan uitleggen hoe verlichte ideeën als trias politica, volkssoevereiniteit en natuurlijke rechten werden toegepast in de Amerikaanse grondwet.

9. Ik kan argumenten voor en tegen abolitionisme noemen.

10. Ik kan verklaren waarom het verbod op slavenhandel en slavernij in het Britse Rijk zorgde voor de economische neergang van Jamaica en Barbados.