28-2-2025

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos!

• En tu mesa:
• Libro de texto (= tekstboek)
• Libro de ejercicios (= werkboek)
• Cuaderno (= schrift) 

Vervoeg de 3 werkwoorden die hieronder staan

	cantar	beber	vivir
yo
tú
él/ella
nosotros
vosotros
ellos/ellas

Hoy (= vandaag)

• Escuchar: ¿somos diferentes?
• Repaso de lección 2
• ¿De qué hablamos hoy?
• Leer sobre los animales 
• Herhaling concordancia

Leerdoelen Lección 3

• Aan het einde van Lección 3 kun je praten over het karakter van iemand.
• Aan het einde van Lección 3 kun je zeggen of je een dier leuk vindt of niet.
• Aan het einde van Lección 3 kun je de bijvoeglijk naamwoorden om een karakter te beschrijven gebruiken.
• Aan het einde van Lección 3 praten over dieren. 

¿Somos diferentes?

• Soy alérgico/a.
• No puedo
• Yo no puedo comer todo. No como lácteos, tengo una intolerancia. Pero mi hermana puede comer todo. No es alérgico.  
• Cerdo = varkensvlees
• vegetariano = vegetarisch
• lácteos = lactose

Somos diferentes: eschuchar

• Vamos a escuchar a un cocinero de un comedor escolar.
• Wat vertelt de kok die je in het audiofragment hoort?
• Maak aantekeningen tijdens het luisteren.

Repaso: El chef del restaurante

• Iedereen gaat staan
•  ik wijs iemand aan en noem een gerecht of voedingsmiddel
• Zeg of je ervan houdt of er een hekel aan hebt in het Spaans
• Fout of duurt te lang: ga zitten
• Degene die als laatste staat heeft gewonnen

Lección 3 

• ¿De qué se trata la lección?

• ¿Tenéis mascota? 

Leer un texto

• ¿Qué? Lee el texto y busca los nobres de los animales. 
• ¿Cómo? En parejas
• Tiempo? 5 minutos
• ¿Pregunta? Kijk of je buurman of buurvrouw je kan helpen. Lukt dit niet, steek dan je vinger op, dan kom ik jullie helpen.
• ¿Listo? Ga bezig met het leerwerk van deze week.

Leer

• ¿Qué? Lee el texto otra vez, en silencio. ¿Qué le gusta a Manual/Daniela? ¿Y qué no les gusta? 
• ¿Cómo? Individualmente (en silencio)
• ¿Tiempo? 3 minutos
• ¿Listo? Ga bezig met het leerwerk van deze week

Dar tu opinión

• Estoy de acuerdo 
• No estoy de acuerdo
• Por ejemplo: Estoy de acuerdo con Manuel: no me gustan los reptiles. Me parecen feos 

Repaso: concordancia

el chico alto	la chica alta
el chico alto	los chicos altos
la chica rubia	las chicas rubias
el estudiante inteligente	la estudiante inteligente
el estudiante inteligente	los estudiantes inteligentes
la estudiante inteligente	las estudiantes inteligentes

Practicar

• ¿Qué? Klik op de link in de volgende slide. Maak ejercicio 1, 4, 5, 6, 7, 8, 9
• ¿Cómo? En parejas
• ¿Tiempo? Rest van dit uur (niet af, gebruik dit dan thuis als extra oefening)
• ¿Pregunta? Kijk of je er samen uit kan komen. Lukt dat niet? Steek dan je vinger op dan kom ik helpen.
• ¿Listo? Ga bezig met het leerwerk voor deze week.

www.profedeele.es

La próxima vez

• Lección 3
• Los gustos de los animales
• Praten over het dagelijksleven van een huisdier
• Praten over activiteiten en voorkeuren