Les 1 Hygiëne in de keuken

Schoon en ordelijk

week 2
1 / 32
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Schoon en ordelijk

week 2

Slide 1 - Slide

Wat is een schoonmaakprotocol?

Slide 2 - Open question

Wat bedoelen we met:
Schoonmaakfrequentie

Slide 3 - Open question

Dagelijks

Slide 4 - Mind map

Periodiek

Slide 5 - Mind map

Bij welke soort schoonmaakmethode horen de volgend materialen: stoffer en blik, borstel, bezem
A
droog schoonmaken
B
klamvochtig schoonmaken
C
nat schoonmaken
D
bij allemaal

Slide 6 - Quiz

De juiste werkvolgorde van professioneel schoonmaken is:
A
- van schoon naar vuil - van laag naar hoog - van nat naar droog
B
- van vuil naar schoon - van laag naar hoog - van nat naar droog
C
- van schoon naar vuil - van hoog naar laag - van nat naar droog
D
- van schoon naar vuil - van hoog naar laag - van droog naar nat

Slide 7 - Quiz

Voedselveiligheid in de Handel
  • Daar waar voedsel wordt verkocht is hygiëne erg belangrijk
  • Sommige kwetsbare mensen worden sneller ziek ..
  • Dit gebeurt met het voedselveiligheidsysteem: HACCP



Slide 8 - Slide

HACCP
De letters HACCP staan voor:

H= Hazard    ->  gevaar
A= Analysis  -> analyseren (onderzoeken/uitpluizen)
C= Critical    -> kritieke ( gevaarlijk/zorgwekkend)
C= Control    -> controleren
P= Points       -> punten

Slide 9 - Slide

HACCP
HACCP is dus een veiligheidssysteem dat ervoor zorgt dat er goed gelet wordt op risico's tijdens het omgaan met voedingsmiddelen.

In de handel betekent dit dat er regels en afspraken zijn om de kans zo klein mogelijk te maken dat klanten ziek worden.

Slide 10 - Slide

Zo moet het niet

Slide 11 - Slide

Desinfecteren
Of ontsmetten

Micro-organismes


Slide 12 - Slide

Benoem drie micro organismes

Slide 13 - Open question

Bacteriën, gisten en schimmels
Bacteriën, gisten en schimmels zijn micro-organismen. Dit zijn levende organismen die zo klein zijn dat ze niet met het blote oog te zien zijn. Micro-organismen leven overal. Ze zitten dus ook in voedsel.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Voedselbederf

Voedsel (eten en drinken) dat door micro-organismen is aangetast, waardoor je het niet meer kunt eten. 

Dit komt meestal door verkeerd bewaren of een slechte hygiënische behandeling. 

Slide 16 - Slide

Voedselinfectie
Ziek worden door micro-organismen op of in voedsel.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wij hebben thuis:
A
1 snijplank
B
Verschillende kleuren snijplanken
C
2 snijplanken
D
Weet niet of we snijplanken hebben

Slide 19 - Quiz

In de professionele keuken 



6 kleuren snijplanken

Slide 20 - Slide

Waarom hebben we 6 kleuren snijplanken?
A
Iets met hygiene
B
Staat vrolijk in de keuken
C
Met veel kleuren weet je welke je als laatste vies hebt gemaakt
D
geen idee

Slide 21 - Quiz

Waar gebruik je de blauwe plank voor?
A
Vlees
B
Groente
C
Vis
D
Fruit

Slide 22 - Quiz

Waar gebruik je de groene plank voor?
A
groente en vlees
B
fruit en groente
C
brood en kaas
D
groente en eieren

Slide 23 - Quiz

Waar gebruik je de gele plank voor?
A
kip
B
ei
C
kaas
D
meloen

Slide 24 - Quiz

Waar gebruik je de rode plank voor?
A
Rauw vlees
B
Gebraden vlees
C
Groente
D
Vis

Slide 25 - Quiz

Een witte snijplank is voor kaas, brood en zuivel
A
waar
B
niet waar
C
maakt niets uit
D
waar, maar niet voor brood

Slide 26 - Quiz

Met welke doek hoor je de vaat af te drogen?
A
Handdoek
B
Werkdoek
C
Vaatdoek
D
Theedoek

Slide 27 - Quiz

Wat voor mes is dit?
A
vleesmes
B
groente mes
C
broodmes
D
schilmes

Slide 28 - Quiz

Wat is dit voor een doek?
A
Vaatdoek
B
Werkdoek
C
Theedoek
D
Handdoek

Slide 29 - Quiz

Wat is dit voor een doek?
A
Theedoek
B
Werkdoek
C
Handdoek
D
Vaatdoek

Slide 30 - Quiz

Wat is dit voor een doek?

A
Werkdoek
B
Theedoek
C
Handdoek
D
Vaatdoek

Slide 31 - Quiz

Waarom starten we met handen wassen voordat we beginnen met koken?

Slide 32 - Open question