Vuurwerk in het bos (groep 4)

Vuurwerk in het bos (groep 4)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Vuurwerk in het bos (groep 4)

Slide 1 - Slide

Welke zin is waar?
A
De dieren vinden het vuurwerk niet mooi.
B
De dieren zitten om het vuur heen.
C
De dieren kijken samen naar het vuurwerk.
D
De dieren maken samen vuurwerk.

Slide 2 - Quiz

Om wat voor soort tekst zal het gaan?
A
Een informatieve tekst
B
Een fantasieverhaal
C
een doe-tekst
D
Een waargebeurd verhaal

Slide 3 - Quiz

We lezen met elkaar de tekst

Slide 4 - Slide

Lees de eerste alinea nog eens
Wie maken oliebollen?
onderstreep het antwoord
 

Slide 5 - Slide

Wie maken oliebollen?
A
Vos en Hert
B
Vos en Eekhoorn
C
Egel en Mol
D
Hert en Konijn

Slide 6 - Quiz

Lees de eerste alinea nog eens
Wie warmen de melk op?
onderstreep het antwoord
 

Slide 7 - Slide

Wie warmen de melk op?
A
Vos en Hert
B
Mol en Eekhoorn
C
Egel en Mol
D
Hert en Konijn

Slide 8 - Quiz

zoek in de tekst 
waar
niet waar
Egel ziet dat Konijn sip is.
Konijn ziet dat Egel sip is.
Egel wil niet dat het donker wordt.
Konijn vindt het geknal van vuurwerk niet leuk.

Slide 9 - Drag question

Lees de tweede alinea nog eens
In deze alinea zie je staan:
 Hij ziet dat Konijn sip is.
Wie is hij?

Slide 10 - Slide

Wie is hij?
A
Vos
B
Hert
C
Beer
D
Konijn

Slide 11 - Quiz

Lees de tweede alinea nog eens
In deze alinea zie je staan:
 'Ik vind vuurwerk eng, want het knalt zo hard.'

Wie is ik?

Slide 12 - Slide

Wie is ik?
A
Vos
B
Hert
C
Beer
D
Konijn

Slide 13 - Quiz

Lees de tweede alinea nog eens
In deze alinea zie je staan:
Kom straks maar gewoon kijken!’ zegt Beer.

Waar moet Konijn naar kijken van Beer?

Slide 14 - Slide

Waar moet Konijn naar kijken van Beer?
A
Naar het vuurwerk, wat het is zo mooi
B
Naar de lucht, want het wordt donker
C
Naar de lucht, want het is mooi
D
Naar het vuurwerk, want het is eng

Slide 15 - Quiz

Lees de tweede alinea nog eens
In deze alinea zie je staan:
Konijn schudt zijn hoofd:

Waarom doet Konijn dat?

Slide 16 - Slide

Waarom schudt Konijn zijn hoofd?
A
Hij wil niet naar het vuurwerk kijken want hij vindt het saai.
B
Hij wil niet naar het vuurwerk kijken want hij vindt het eng.
C
Hij houdt niet van vuurwerk want hij vindt het niet mooi
D
Hij is heel erg moe en wil graag naar bed.

Slide 17 - Quiz

Lees de tweede alinea nog eens
In deze alinea zie je staan:
 Konijn schudt zijn hoofd: ‘Nee, het doet pijn aan mijn oren!’

Wat wordt hier bedoeld met het?

Slide 18 - Slide

Konijn schudt zijn hoofd: ‘Nee, het doet pijn aan mijn oren!’

Wat wordt hier bedoeld met het?
A
Het gezeur van beer.
B
Het licht van vuurwerk
C
De kleuren van vuurwerk
D
Het geknal van vuurwerk

Slide 19 - Quiz

Lees de tweede alinea nog eens
In deze alinea zie je staan:
Dan pakt ze heel veel mos.
Wie wordt er bedoeld met ze?

Slide 20 - Slide

Wie wordt er bedoeld met ze?
A
Vos
B
Egel
C
Beer
D
Konijn

Slide 21 - Quiz

Lees de derde alinea nog eens
In de derde alinea staat: 
Beer, Egel en Konijn kiezen een mooi plekje uit.

Waarom doen zij dat??

Slide 22 - Slide

Beer, Egel en Konijn kiezen een mooi plekje uit.

Waarom doen zij dat??
A
Zodat ze het vuurwerk goed kunnen zien.
B
Zodat ze veel melk kunnen drinken.
C
Zodat ze lekker kunnen slapen.
D
Zodat ze het vuurwerk goed kunnen horen.

Slide 23 - Quiz

Lees de derde alinea nog eens
Hoe voelt Konijn zich als hij naar het vuurwerk kijkt?

Slide 24 - Slide

Hoe voelt Konijn zich als hij naar het vuurwerk kijkt?
A
verdrietig
B
boos
C
bang
D
fijn

Slide 25 - Quiz

1
2
3
4
5
Beer, Egel en Konijn zoeken een mooi plekje.
Konijn vindt het vuurwerk er heel mooi uitzien.
Egel vraagt wat er aan de hand is.
Konijn verteld dat hij vuurwerk eng vindt.
Beer wil dat Konijn ook naar het vuurwerk gaat kijken.

Slide 26 - Drag question