Past simple

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wat is de Past Simple?

1. Verleden tijd
2. in het verleden gestart en nog bezig
3. in het verleden gestart en afgelopen
4. Tegenwoordige tijd

Wat is de standaard regel voor het maken van de past simple?

Wat gebeurt er wanneer we de standaard regel voor de past simple niet kunnen volgen?

1. Dan moet je een vorm uit de lijst met irregular verbs gebruiken.
2. Dat bestaat niet.
3. Dan moet je bij he, she en it stam+s invullen
4. Dan blijft het werkwoord hetzelfde.

Irregular verbs - onregelmatige ww

Regular verbs 

- 

regelmatige ww

To be

To have

To look

To smile

To sing

To go

To laugh

To love

Past simple:
Kies het juiste werkwoord:
We ________ cool in our sunglasses.

1. looks
2. looked
3. look
4. are looking

Past simple:
Kies het juiste werkwoord:
It ________ in November.

1. snow
2. snowd
3. snowed
4. snew

Past simple:
Kies het juiste werkwoord:
We ________ on holiday to Italy in 2021.

1. go
2. goed
3. wend
4. went

Vul hieronder de juiste past simple vorm van het werkwoord in:
to be (meervoud)

Vul hieronder de juiste past simple vorm van het werkwoord in:
to buy

Vul hieronder de juiste past simple vorm van het werkwoord in:
to sit

Vul hieronder de juiste past simple vorm van het werkwoord in:
to stop

Vul hieronder de juiste past simple vorm van het werkwoord in:
to decide

Vul hieronder de juiste past simple vorm van het werkwoord in:
to make