• Zet achter Onderwerp: (e-mail) kort en duidelijk waarover je bericht gaat.
• indeling – Gebruik een witregel na de aanhef en voor je groet. Verdeel je tekst verder duidelijk in alinea’s. Gebruik hiervoor ook witregels.
• aanhef – Gebruik altijd een beleefde aanhef, zoals: Geachte heer of mevrouw,
• inleiding – Noem de aanleiding voor je bericht. Vertel waarom je schrijft en vertel als dat nodig is, ook wie je bent.
• middenstuk – Stel hier je vragen of geef meer informatie. Stuur je een bijlage
mee, noem die dan ook in je tekst.
• slot – Spreek een wens of verwachting uit, bijvoorbeeld: Alvast bedankt voor uw reactie.
• groet – Sluit af met een beleefde groet.
Schrijf je namens een groep, dan zet je dat eronder. Zet daaronder je voor- en achternaam. Bijvoorbeeld:
Met vriendelijke groet,
namens klas 4C
Dennis de Groot