5H Overal Natuurkunde Hfst 11.3

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Heb je paragraaf 11.3 al zelf doorgelezen? (VWO 8.2)
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Had je net "nee" ingevuld, ga dan alsnog 11.3 (vwo 8.2) lezen voordat je verder gaat
Had je net "nee" ingevuld, pak dan nu je havoboek blz 150 t/m 153 en ga lezen!
VWO: blz 52 t/m 55

Had je "ja" ingevuld: bravo!

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
- berekeningen maken met gravitatiekracht
- uitleggen hoe baan van planten om zon, en maan en satellieten om aarde eruit ziet
- gravitatiewet toepassen in situaties dat je een planeetbaan als cirkelbaan mag beschouwen
- eigenschappen van een ellipsbaan en een geostationaire baan noemen

Slide 4 - Slide

Noem de 3 wetten van Kepler
(hint, blz 150)

Slide 5 - Mind map

3 wetten van Kepler
1. planeetbanen zijn ellipsen
2. baansnelheid van planeet neemt toe, als planeet de zon nadert (grotere gravitatiekracht)
3. planeten die verder van de zon staan, hebben een grotere omlooptijd T 

Slide 6 - Slide

Een planeet gaat in een ellips om de zon heen. De tijd dat een planeet om de zon draait, heet de ....

Slide 7 - Open question

Snelheid van planeet
Een planeet gaat in een ellips om de aarde, maar bij benadering is het (bijna) een cirkel (dat rekent makkelijker). 
De snelheid van een planeet v = 2π * r / T met r de straal en T de omlooptijd. 
Je kunt ook op een andere manier de snelheid berekenen van een planeet: stel de middelpuntzoekende kracht en gravitatiekracht aan elkaar gelijk.

Slide 8 - Slide

2

Slide 9 - Video

00:00
Je gaat een filmpje kijken ter herhaling van middelpuntzoekende kracht

Slide 10 - Slide

04:18
Vanaf hier mag je stoppen en naar de volgende slide

Slide 11 - Slide

Fmpz = Fg. Zet de afleiding in de goede volgorde.
m*v2 / r   =   G * m * M / r2

                   =

                   =
 
           
                   = 
v
G * M / r2
v2
v2 / r
wortel(G*M/r)
G * M / r

Slide 12 - Drag question

Vond je de vorige vraag moeilijk?

Kijk dan in je boek blz 151 rechts onderin
(vwo blz 53 rechtsboven)

Slide 13 - Slide

Vul in de volgende zinnen de ontbrekende woorden in.
Planeten beschrijven een    ....      baan rond de zon. De zon staat in 

een van de    ....      van die baan.

De snelheid van de planeet     ....       hierbij steeds.

Hoe dichter de planeet de zon nadert, hoe       ....     zijn 

baansnelheid.


brandpunten
groter
ellipsvormige
verandert

Slide 14 - Drag question

Hoe groter de     ....      van een planeet tot de zon, hoe      ....    

zijn omlooptijd en hoe    ....      zijn baansnelheid.

Een planeetbaan kun je (meestal) benaderen door een       ....     

baan met de zon in het         ....    .

De vereiste kracht die nodig is om de planeet in zijn baan te '

houden is de    ....    die wordt geleverd door de    ....    
gravitatiekracht
afstand
cirkelvormige
middelpunt
groter
kleiner
middelpuntzoekende kracht

Slide 15 - Drag question

Je hebt 2 soorten banen van satellieten.
Geostationair en polair

Geostationair betekent dat 
de satelliet altijd boven 
hetzelfde punt van de aarde 
blijft. (telecommunicatie)

Slide 16 - Slide

Polair betekent dat de satelliet rondjes om de polen heen maakt en steeds over een andere strook van de aarde gaat

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

OPDRACHTEN
Ga nu de opdrachten maken
maak opgave 32, 34, 35, 36, 38, 39

VWO: ga door met de volgende slides

Slide 19 - Slide

VWO
langste afstand tot zon = aphelium
kortste afstand tot zon = perihelium

Slide 20 - Slide

Eerder had je de formule van de baansnelheid afgeleid. v = wortel(G*M/r)
Baansnelheid kun je ook berekenen met 
v = 2π * r / T.

Door deze twee formules te combineren (aan elkaar gelijk te stellen) krijg je de 3e wet van Kepler. Zie blz 53 rechtsonder

                r/ T2 = G * m / (4π2)

Slide 21 - Slide

r3 / T2 = G * m / (4π2)
als r (straal van cirkel) groter wordt, wat gebeurt er dan met T?

Slide 22 - Open question

Modelleren
Een baan om de zon kun je in een model zetten zodat je er aan kunt rekenen. Je deelt de baan dan op in kleine stukjes die de planeet in een korte tijdsduur dt doorloopt. dt is een hele kleine stap in de tijd. Dus je hebt t = 0
t1 = 0 + dt (een klein stapje erbij)
t2 = t1 + dt   etc
Kijk in je boek blz 55 links onder naar het numeriek model.
dt kun je zelf instellen. Jij bepaalt de stapgrootte (zie startwaarden) 

Slide 23 - Slide

Wat is de stapgrootte dt in figuur 8.14b?
A
0
B
0,01
C
1,0
D
ik weet het niet

Slide 24 - Quiz

Antwoord
Stapgrootte kun je aflezen
Bij startwaarden zie je staan: dt = 0,01
Dat betekent dat er elke 0,01 seconde een meting wordt gedaan en gekeken wordt naar waar de planeet zich op dat moment bevindt.
Dus start: t = 0 s
t1 = t0 + dt = 0,01 s
t2 = t1 + dt = 0,01 + 0,01 = 0,02 s
t3 = t2 + dt = 0,02 + 0,01 = 0,03 s enz.

Slide 25 - Slide

Kun je uitleggen wat x:=x + v*dt betekent?

Slide 26 - Open question

OPDRACHTEN
Maak opdracht 21, 24, 26, 27, 29 (als 29 lukt)

Slide 27 - Slide