3.2 Investeren of financieren

Raadsel 
Meneer en Mevrouw Lama hebben 6 kinderen. Iedere dochter heeft 1 broer. Uit hoeveel mensen bestaat de familie Lama. 
1 / 45
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Raadsel 
Meneer en Mevrouw Lama hebben 6 kinderen. Iedere dochter heeft 1 broer. Uit hoeveel mensen bestaat de familie Lama. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

AGENDA
DOELEN DEZE LES
WAT WETEN WE NOG?
THEORIE
TOETSING
CHECK DOELEN
HUISWERK BEHANDELEN
EVALUATIE

Slide 4 - Slide

DOELEN 

* Wat staat er in een investeringsbegroting?
* Hoe stel je een financieringsbegroting op?
* Hoe maak je een begrote beginbalans?

Slide 5 - Slide

WAT WETEN WE NOG?

Slide 6 - Open question

Financieel plan (zie blz 92)
  1. Investeringsbegroting 
  2. Financieringsbegroting 
  3. Resultatenbegroting/ Exploitatiebegroting
  4. Liquiditeitsbegroting 
  5. Privébegroting

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Investeringsbegroting 
+ aanloopkosten + onvoorzien 
Financieringsbegroting
Hoe kom ik aan de benodigde middelen? 

Slide 11 - Slide

Paragraaf 3.3

Slide 12 - Slide

Je kijkt of er voldoende betalingsmiddelen zijn over de eerste perioden. Paragraaf 3.4. DEZE HOEFT NIET.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Waar gaat het over in de financieringsbegroting?
A
Winst & verliesrekening
B
Activa op balans
C
Passiva op balans
D
Geld in kas en op de bank

Slide 15 - Quiz

Waar gaat het over in de investeringsbegroting?
A
Winst & verliesrekening
B
Activa op balans
C
Passiva op balans
D
Geld in kas en op de bank

Slide 16 - Quiz

Waar gaat het over in de resultatenbegroting?
A
Winst & verliesrekening
B
Activa op balans
C
Passiva op balans
D
Geld in kas en op de bank

Slide 17 - Quiz

Waar gaat het over in de liquiditeitsbegroting?
A
Winst & verliesrekening
B
Privéstortingen en opnames
C
Passiva op balans
D
Geld in kas en op de bank

Slide 18 - Quiz

Waar gaat het over in de privébegroting?
A
Winst & verliesrekening
B
Privéstortingen en opnames
C
Passiva op balans
D
Geld in kas en op de bank

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

AAN HET WERK 


Doe je boek open op bladzijde 100

opgave 3.6 
Ik noem je naam
Je leest stukje voor en geeft het antwoord daarna geef je de naam door van de volgende die antwoord mag geven.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Bekijk vraag 3.7 blz 119

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Bekijk vraag 3.8
Deze gaan we gezamenlijk doen op het bord

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide



Dit is dat ze net beginnen dus openen en daarvoor hebben ze wat aanloopuitgaven.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Bekijk vraag 3.9
Deze gaan we gezamenlijk doen op het bord

Slide 39 - Slide




dus vermogensbehoefte is € 67.190,-

Slide 40 - Slide

3.9



vereist EV is dus € 25.250,- maar wat staat er in de tekst

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

DOELEN 

* Wat staat er in een investeringsbegroting?
* Hoe stel je een financieringsbegroting op?
* Hoe maak je een begrote beginbalans?

Slide 43 - Slide

Verdiepingsopdracht 3.5 d. e.

Slide 44 - Slide

Evaluatie

Slide 45 - Slide