Wk 9 Les 1 - 2.7 IP-adressering configureren & 2.8 Verifieer de connectiviteit

Wk 9 Les 1 - 2.7 IP-adressering configureren & 2.8 Verifieer de connectiviteit
2.7-1 IP-adressen handmatig configureren op eindapparaten
2.8 Verifieer de connectiviteit


1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Wk 9 Les 1 - 2.7 IP-adressering configureren & 2.8 Verifieer de connectiviteit
2.7-1 IP-adressen handmatig configureren op eindapparaten
2.8 Verifieer de connectiviteit


Slide 1 - Slide

Vorige Les
????

Slide 2 - Slide

Lesdoel

Slide 3 - Slide

2.7-1 IP-adressen handmatig configureren op eindapparaten
Net zoals je de telefoonnummers van je vrienden nodig hebt om hen te sms'en of te bellen, hebben eindapparaten in het netwerk een IP-adres nodig zodat ze met andere apparaten in het netwerk kunnen communiceren. In deze paragraaf implementeer je de basisconnec­tiviteit door IP-adressen op switches en PC's te configureren.
IPv4-adresinformatie kan handmatig op eindapparaten ingevoerd worden of automatisch met behulp van Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP).

Slide 4 - Slide

2.7-1 IP-adressen handmatig configureren op eindapparaten
Om een IPv4-adres handmatig op een Windows-host te configureren open je het Contra! Panel > Network Sharing Center > Change adapter settings en kies je de adapter. Klik vervol­ gens met de rechtermuisknop en selecteer Properties om de LAN-eigenschappen weer te geven

Slide 5 - Slide

2.7-1 IP-adressen handmatig configureren op eindapparaten
Markeer Internet Protocol Version 4 {TCP/IPv4) en klik op het Properties-venster om het eigenschappenvenster van het Internet Protocol Version 4 {TCP/IP} te openen. Configureer het IPv4-adres en de informatie voor het subnet­ masker en de default gateway.

Slide 6 - Slide

2.7-1 IP-adressen handmatig configureren op eindapparaten
Opmerking
Het DNS-serveradres is het IP-adres van de Domain Name System (DNS) servers, die gebruikt worden om webadressen, zoals www.cisco.com, naar IP-adressen om te zetten

Slide 7 - Slide

2.7.2 Automatische IP-adresconfiguratie voor eindapparaten
Eindapparaten gebruiken standaard DHCP voor automatische IPv4-adresconfiguratie. DHCP is een technologie die in bijna elk netwerk gebruikt wordt. De beste manier om te begrijpen waarom DHCP zo populair is, komt door al het extra werk wat zonder DCHP plaats moet vinden.
In een netwerk maakt DHCP automatische IPv4-adresconfiguratie mogelijk voor elk eindapparaat waarop DHCP ingeschakeld is. Stel je eens voor hoeveel tijd het zou kosten om elke keer dat je verbinding met het netwerk maakt, handmatig het IPv4-adres, het subnetmasker, de default gateway en de DNS-server te moeten invoeren. Vermenigvuldig deze tijd met het aantal gebruikers en apparaten in de organisatie en je ziet het probleem. Handmatige configuratie verhoogt ook de kans op fouten in de configuratie door bijvoor­beeld het IPv4-adres van een ander apparaat in te voeren.

Slide 8 - Slide

2.7.2 Automatische IP-adresconfiguratie voor eindapparaten
Om DHCP op een Windows PC te configureren, klik op Obtain an IP address automatically en Obtain DNS server address automatically te selecte­ren.

Slide 9 - Slide

2.7.3 Controleer Windows-PC IP-configuratie
Het is mogelijk om de IP-configuratie op een Windows-PC met het commando ipconfig ach­ter de commando prompt weer te geven. De uitvoer toont het IPv4-adres, het subnetmasker en de gateway-informatie die van de DHCP-server ontvangen is.


Slide 10 - Slide

2.7.4 Switch Virtual Interface-configuratie
Om de switch op afstand te kunnen benaderen moet er een IP-adres en een subnetmasker op de Switch Virtual Interface (SVI) geconfigureerd worden. Om een SVI op een switch te configureren gebruik je het globale configuratie-mode-commando interface vlan 1. VLAN 1 is geen fysieke interface maar een virtuele. Wijs vervolgens een IP-adres toe met het inter­ face configuratie-mode-commando ip address ip-adres subnetmasker. Activeer als laatste de virtuele interface met het interfaceconfiguratie-mode-commando no shutdown.

Slide 11 - Slide

2.7.4 Switch Virtual Interface-configuratie
Nadat deze commando's ingevoerd zijn, heeft de switch alle IP-elementen en is gereed voor communicatie over het netwerk.

Slide 12 - Slide

Huiswerk
 2.7.5 Syntax Checker - Configureer een Switch Virtual Interface
Gebruik de Syntax Checker in de NetAcad-omgeving
2.7.6 Packet Tracer - Implementeer basisconnectiviteit (download PKT vanaf Nedacad)

Bekijk:
2.8.1 Video-activiteit-Test de interfacetoewijzingen
2.8.2 Video-activiteit - Test de end-to-end-connectiviteit


Slide 13 - Slide

Volgende Les
Herhaling periode 2

Slide 14 - Slide