Massacultuur laatste les

Massacultuur
1 / 24
next
Slide 1: Mind map
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Massacultuur

Slide 1 - Mind map

Massacultuur oefenvragen

Slide 2 - Slide

Postmodernisme geldt als de ‘opvolger’ van het modernisme. Noem twee algemene
kenmerken van het postmodernisme.

Slide 3 - Open question

Twee van de volgende antwoorden:
• Postmodernisten vinden dat kunst niet altijd origineel hoeft te zijn. Hergebruik
mag dus.
• Postmodernisten spelen vaak met de betekenissen van culturele symbolen,
bijvoorbeeld door bestaande symbolen in een nieuwe context te plaatsen.
• Postmoderne kunst is vaak speels of ironisch.
• Postmodernisten combineren vaak stijlen.
• Postmodernisten stellen ‘modernistische’ waarden als originaliteit,
vernieuwing en het bestaan van één enkele waarheid ter discussie.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kenmerken Massacultuur
A
Welvaart, dagelijks leven, vernieuwing, onbegrensde mogelijkheden, oppervlakkigheid
B
Welvaart, goede handel, pracht en praal, adel.
C
inhoud boven vorm, hoe hogere sociale klasse hoe succesvoller, populaire massamedia
D
men zocht antwoorden over de aard van de kunst van het leven, verzet tegen traditionele opvattingen.

Slide 6 - Quiz

Deze installatie van Ai Weiwei hoort bij de Massacultuur omdat:
A
Hij gebruikt maakt van dagelijkse gebruiks-voorwerpen
B
Hij een maatschappelijk betrokken activist is
C
Hij een massa krukjes gebruikt
D
Zijn kunstwerk makkelijk na te maken is

Slide 7 - Quiz

MASSACULTUUR
"Kunst is een afspiegeling van...":
A
de kunstenaar
B
de wereld en zijn tijd
C
de wereld
D
de kunstenaar en zijn omgeving

Slide 8 - Quiz

Waardoor ontstaat massacultuur? /Hoe kon massacultuur ontstaan?

Slide 9 - Open question

In dit postmoderne gebouw zie je NIET terug:
A
de speelsheid van het postmodernisme
B
eclecticisme (combinatie van bestaande stijlen)
C
het deconstructivisme (het lijkt uit elkaar te vallen in fragmenten)
D
gevel en functie hebben niets met elkaar te maken

Slide 10 - Quiz

Postmoderne Kunst
& RELIGIE
Wat is NIET waar?
A
'global village' gedachtegoed
B
Uitdrukking van vrijheid
C
Ironische / cynische beschouwing van maatschappelijke vraagstukken
D
Godsdiensten staan centraal in werk

Slide 11 - Quiz

Postmoderne Kunst
& ESTHETICA
Wat is NIET waar?
A
abstractie in de meest pure form
B
herwaardering van het figuratieve / ornament (versieringen)
C
Hoge & Lage cultuur samenbrengen / mening van stijlen
D
berust op imitatie / clichés mogen volop gebruikt worden (stijlcitaten)

Slide 12 - Quiz

Postmoderne Kunst
& VERMAAK
Wat is NIET waar?
A
de leefwereld is een geënsceneerde samenhang van beelden
B
Boodschap vertegenwoordigt heilige huizen in meest serieuze vorm mogelijk
C
neo-conceptuele kunst: nadruk op invloed van massamedia & kunst in relatie tot moderne consumptiemaatschappij
D
kunst = kitch kitch = kunst

Slide 13 - Quiz

MINIMALISME
ABSTRACT
EXPRESSIONISME
POP ART
CONCEPTual
ART

Slide 14 - Drag question

Postmoderne Kunst
& INTERCULTURELITEIT
Wat is NIET waar?
A
samensmelting van diverse stijlcitaten
B
kunstenaars opereren wereldwijd
C
Westerse maatstaven komen in geding met cultuurrelativisme
D
kunstenaars stellen zich op als antropologen en zien de noodzaak om andere culturen kenbaar te maken aan de westerse samenleving

Slide 15 - Quiz

Postmodernisme
Modernisme
Less is a Bore
Less is More
Authenticiteit is belangrijk
Kopiëren mag
Ironie
Originaliteit
Form follows function
Forms follows fantasy

Slide 16 - Drag question

Van groot naar klein: eerst maatschappelijke context massacultuur
Malcolm 
X
Marilyn Monroe
Elvis Presley
Lyndon B. Johnson
John F. Kennedy
Dr. Martin Luther King
Rosa Parks
Maakt in 1963 bekend dat hij voor een federale wet is die rassendiscriminatie zou verbieden. Voordat hij dit kan doen, wordt hij vermoord.
Weigert te gaan staan om haar 'zwarte' zitplaats af te staan aan een witte man. Medebedenker van de Montogemery bus boycot
Hield zijn beroemde speech "I have a Dream". Hij wilde op een geweldloze manier protesteren tegen de segregatie in zijn land. Werd in 1968 vermoord.
Jonge acteur. Hij stond voor de opstandige jeugd, onder meer in zijn bekendste film Rebel Without a Cause. Hij droeg vaak een T-shirt en een spijkerbroek. In die dagen was een T-shirt ondergoed en de spijkerbroek fabriekskleding. Door hem gingen veel jongeren deze kleding ook dragen.
Werd wereldberoemd als sekssymbool door haar rollen in verschillende films. Ze voldeed aan het toenmalige schoonheidsideaal en werd daarmee een rolmodel voor veel vrouwen.
Op zijn voorstel nam het Congres in  1964 de Civil Rights Act (Burgerrechtenwet) aan.
Was een van de Amerikaanse leiders en woordvoerders van de Nation of Islam, een Afro-Amerikaanse moslimorganisatie die onder meer streed voor gelijke rechten van de zwarte bevolking. Daarbij schuwde hij geweld niet. Begin 1965 werd hij vermoord.

James Dean
De populairste rockster. Hij had met zijn vetkuif, strakke spijkerbroeken T-shirts en jacks grote invloed op de jongerenmode.

Slide 17 - Drag question

Welke muziekstijl heeft zijn wortels in de Caribische muziek en wordt gekenmerkt door het accent op de tweede en vierde tel van de maat?
A
Reggae
B
Pop
C
Salsa
D
Blues

Slide 18 - Quiz

Welke muziekstijl ontstond in de Verenigde Staten en staat bekend om zijn improvisatie en syncopatie?
A
Jazz
B
Rock
C
Hip-hop
D
Reggaeton

Slide 19 - Quiz

Welk muziekstijl kenmerkt zich door het gebruik van elektronische instrumenten en een repetitief ritme?
A
Techno
B
Klassiek
C
Jazz
D
Reggae

Slide 20 - Quiz

Massamedia

Slide 21 - Mind map

Postmodernisme

Slide 22 - Mind map

Pop Art

Slide 23 - Mind map

Sleep de juiste artiest naar het juiste decennium.
60s
70s
80s
90s
50ies
Madonna
Beatles
David Bowie
Tupac
Elvis Presley

Slide 24 - Drag question