1.1 Fictie

Welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek ......

....en start met lezen.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek ......

....en start met lezen.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen van vandaag:
  • Verschil tussen fictie en non-fictie;
  • verschil hoofdpersoon en bijfiguren in een verhaal.

Slide 2 - Slide

Fictie en non-fictie
Wat is het verschil?

Slide 3 - Slide

Het Jeugdjournaal is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 4 - Quiz

Het leesboek 'Het leven van een loser' is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 5 - Quiz

Het Klokhuis is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 6 - Quiz

Het verslag in de krant van een voetbalwedstrijd is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 7 - Quiz

De Donald Duck is.....
A
fictie
B
non-fictie

Slide 8 - Quiz

Een gedicht is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 9 - Quiz

De gebruiksaanwijzing bij FIFA is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 10 - Quiz

Huiswerk bespreken
 Opdracht 3c t/m g.

Slide 11 - Slide

Hoofdpersoon in een verhaal

-De belangrijkste persoon;
-karaktereigenschappen,
  uiterlijk , vrienden, familie;
-heeft een doel, probleem of
 opdracht;
-ondervindt vaak hobbels op de weg bij bereiken doel

Bijfiguren in een verhaal

- Minder belangrijk persoon;
- je weet er minder van;
- is vaak de helper of tegen-
  stander van de hoofdpersoon

Slide 12 - Slide

Aan de slag:
1. Lezen: verhaal Mister Orange op blz. 18-19.

2. Maken: opdracht 7 a en b op blz. 20 (ieder voor zich)

Slide 13 - Slide

Maken/huiswerk:
  • Blz. 22 opdracht a, b, c, d, e

Slide 14 - Slide

Ik weet nu wat fictie en non-fictie betekent.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek ......

....en start met lezen.

Slide 16 - Slide

Lesdoelen:
Het verschil tussen realistische en niet realistische verhalen.

Slide 17 - Slide

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

Slide 18 - Open question

Huiswerk bespreken
In tweetallen: vergelijk jullie antwoorden van opdracht a t/m e op blz.22






Vragen?
timer
5:00

Slide 19 - Slide

Realistisch verhaal
- mensen lijken echt
-gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk
-omgeving lijkt echt
-problemen zoals in het echte leven
-afloop is logisch en zou echt kunnen.

Niet-realistisch verhaal
- verzonnen wereld
- ongeloofwaardige gebeurtenissen
- problemen/oplossingen zijn onvoorstelbaar
-afloop te mooi om waar te zijn

Slide 20 - Slide

Aan de slag:
Maken: opdracht 10 a t/m e op blz. 23

Slide 21 - Slide