fictie klas 3

fictie klas 3
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

fictie klas 3

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les:
ken je de belangrijkste begrippen van die je moet verwerken in je boekverslag

Slide 2 - Slide

welke begrippen? 

thema
(hoofd) personen
fictie/ non-fictie
realistisch/ onrealistisch
verhaallijnen
tijdsprongen
terugblikken 
dialogen


Slide 3 - Slide

thema 
Het thema van het verhaal is waar het verhaal over gaat in 1 woord of korte zin. Het kan ook wel het onderwerp worden genoemd. Liefde, verraad, enz. 

Slide 4 - Slide

hoofdpersonen
Hoofdpersonen zijn de belangrijkste mensen die in het verhaal meespelen. Denk ook maar aan een film, van welke mensen kom je het meeste te weten. Als ze minder belangrijk zijn, zijn het bijfiguren.

Slide 5 - Slide

fictie / non- fictie
Als een verhaal fictief is, dan is het verzonnen. 
Als een verhaal tot de non-fictie behoort, dan is het gebaseerd op feiten. Feiten kunnen gecontroleerd worden, dan is het waar.

Slide 6 - Slide

welk verhaal is fictie?
A
een sprookje
B
Gegijzeld
C
het dagboek van Anne Frank
D
De biografie van Max Verstappen

Slide 7 - Quiz

realistisch/ onrealistisch
Dit is een onderverdeling bij fictie. 
Als het echt gebeurd zou kúnnen zijn, dan is het een realistisch verhaal. 
Als het verhaal niet in het echt zou kunnen gebeuren, dan is het onrealistisch. 

Slide 8 - Slide

Welk verhaal is realistisch?
A
sprookje
B
Dagboek van een muts
C
fabel (sprookje over pratende dieren)
D
Spijt

Slide 9 - Quiz

In het boek Gegijzeld zijn twee duidelijke verhaallijnen. Verhaallijnen zijn delen van het verhaal vanuit 1 persoon geschreven. Welke 2 verhaallijnen zijn dat?

Slide 10 - Open question

Tijdsprongen, terugblikken en dialogen
Een tijdsprong is er in een verhaal als er een stukje in de tijd wordt overgeslagen. Dat kan een dag tot een een paar jaar zijn.
Een terugblik in een verhaal is als er even in de tijd terug gegaan wordt, vaak om iets duidelijker te maken. In Gegijzeld denken de hoofdpersonen terug aan thuis. 
Dialogen zijn gesprekken in verhalen tussen 2 personen. 

Slide 11 - Slide

Aan het werk met het afmaken van je boekverslag!

Slide 12 - Slide