oefenen toets p1 lj2

• Medische kennis
• MBO
• Studiejaar 2

Oefenen toets p1 lj 2

Hoe ontstaat een tensie daling na een spinaal anesthesie?

1. door vasoconstrictie door blokkade van het sympathische zenuwstelsel
2. door vasodilatatie door blokkade van het sympathische zenuwstelsel
3. door bloedverlies ten gevolge van de ruggenprik

wat zijn post-punctieklachten na spinaal anesthesie?

1. hoofdpijn door verlies van liquor cerebrospinalis
2. misselijkheid door hoge tensie
3. hoofdpijn door psychische spanningen

Bij welke vorm van anesthesie wordt de verdovende vloeistof rondom de zenuwuiteinden in het weefsel gespoten?

1. epidurale anesthesie
2. infiltratie anesthesie
3. spinaal anesthesie

Wat is de functie van het ballonnetje (cuff) bij de endotracheale tube?

1. voorkomen van luchtlekkage bij beademing
2. afsluiten van neusholte
3. meten van de druk in de longen bij beademing

Waarom is het traject van A-vezels bij het vervoeren van pijnprikkels sneller dan de C-vezels?
A-vezels:

1. hebben een myelineschede
2. zijn erg kort
3. hebben veel schakelpunten

wat is nociceptieve pijn?

1. pijn door weefselschade
2. pijn door zenuwschade
3. pijn veroorzaakt door psychische klachten

wat is hyperalgesie?

1. volledige gevoelloosheid
2. verminderde pijnwaarneming
3. verhoogde gevoeligheid voor pijn

wat is een kenmerk van viscerogene (ingewands) pijn?

1. de aard van de pijn komt overeen met de aard van de schade
2. pijn kan uitstralen
3. pijnprikkel wordt vervoerd door de a vezels

Welke pijnstiller is een eenvoudig perifeer analgeticum?

1. diclofenac
2. paracetamol
3. morfine

Welke bijwerking hebben opioide pijnstillers (morfine) ?

1. maagbloeding
2. leverschade
3. ademdepressie

Welk medicijn is een centraal analgeticum?

1. paracetamol
2. morfine
3. ibuprofen

Welk analgeticum werkt ontstekingsremmend?

1. paracetamol
2. morfine
3. NSAID

Waar bevindt zich de katheter bij epidurale pijnstilling?

1. in de hersenventrikels
2. in de ruimte rondom het harde hersenvlies
3. in de liquorruimte onder het spinnewebvlies

1

2

3

4

5

Clavicula

mandibula

radius

humerus

sternum

Bij welk type fractuur is er een verhoogde kans op infectie?

1. ongecompliceerde breuk
2. gecompliceerde breuk
3. greenstick fractuur

Wat is een absoluut fractuursymptoom?

1. abnormale stand
2. zwelling
3. pijn

Een patiënt met circulair onderbeengips heeft pijn en bleke en koude tenen. Wat is hier aan de hand?

1. de veneuze afvoer van bloed is belemmerd
2. de arteriële toevoer van bloed is belemmerd
3. er is een ontsteking onder het gips

Wat is een ander woord voor kneuzing?

1. distorsie
2. luxatie
3. contusie

Wat is osteomyelitis?

1. bacteriële infectie van bot en beenmerg
2. een overmatige callusvorming
3. abnormale beweeglijkheid van het bot

zet de fasen van fractuurgenezing in de juiste volgorde

1

2

3

4

herstructurering

callusvorming

consoludatie

hematoom