oud 3.1 Atoommodel ARE

Hoofdstuk 3: bouw van stoffen
3VWO
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: bouw van stoffen
3VWO

Slide 1 - Slide

Stoffen zijn opgebouwd uit moleculen.
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
Atomen zelf bestaan uit kleinere deeltjes
3.1 Atoommodel

Slide 2 - Slide

Uit welke tijd stamt het idee van Democritos dat materie is opgebouwd uit extreem kleine deeltjes?
A
De prehistorie
B
De tijd van de oude Grieken
C
De tijd van monniken en ridders
D
De tijd van steden en staten

Slide 3 - Quiz

John Dalton was de eerste wetenschapper die na het doen van experimenten een atoommodel opstelde (in 1803). Hij was van mening dat alle materie opgebouwd is uit atomen: kleine massieve bolletjes die bovendien ondeelbaar zijn.

Hij vond ook uit dat er verschillende atoomsoorten zijn, elk met unieke eigenschappen.

Hoeveel atoomsoorten kennen wij nu?
A
4
B
ruim 100
C
een paar duizend
D
oneindig veel

Slide 4 - Quiz

Thomson ontving in 1906 een Nobelprijs voor zijn ontdekking met kathodestraalbuizen. Op grond van deze experimenten bedacht hij een model dat atomen voorstelt als een 'plumpudding' of 'krentenbol'.

Welke deeltjes heeft Thomson ontdekt?
A
Atomen
B
Protonen
C
Neutronen
D
Elektronen

Slide 5 - Quiz

Rutherford ontdekte in 1911 dat atomen niet massief zijn, sommige straling gaat er dwars door heen.
Welke beschrijving klopt het beste met zijn model?
A
Een atoom bestaat uit een negatief geladen atoomkern waar positief geladen elektronen omheen bewegen.
B
Een atoom bestaat uit een positief geladen atoomkern waar negatief geladen elektronen omheen bewegen.
C
Een atoom bestaat uit alleen maar negatief geladen elektronen.

Slide 6 - Quiz

Welke ontdekking heeft de Deense wetenschapper Niels Bohr in 1913 gedaan?
A
Dat elektronen in zogenoemde elektronenschillen om de kern heen bewegen.
B
Dat elektronen niet bestaan.
C
Dat elektronen in de kern van een atoom zitten.
D
Dat elektronen willekeurig verspreid rondom de kern zitten.

Slide 7 - Quiz

Proton (p+)
neutron (n)
elektron (e-)
deeltje
plaats
lading
massa(u)
Maak de tabel compleet:
atoomkern
atoomkern
elektronenwolk
0
1-
1+
5,5*10-4 u
1,0u
1,0u

Slide 8 - Drag question

Beantwoord de volgende vragen over atoomsoort "Natrium"
Symbool is 
Atoomnummer is
Aantal protonen en elektronen is
Aantal neutronen is 
Het massagetal is
 
Na
11
23
11
12

Slide 9 - Drag question

Eigen werk
Teken in je schrift het atoom F volgens het atoommodel  van       Bohr en laat die controleren.

         Start maken met H3.1 opgave 1, 3 en 8 op NOVA online 
F:
Atoomnummer= 9
Massagetal= 19
Tekst

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide