This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Module begeleiden van groepen
ICF model
Slide 1 - Slide
Doel
Je hanteert het ICF-model om te beoordelen of de cliënt in staat is de activiteit uit te voeren
Slide 2 - Slide
Het ICF-model is voor mij
helemaal nieuw
heb er wel eens van gehoord
ik ken het redelijk goed
ik werk er dagelijks mee
Slide 3 - Poll
Het ICF
Om het functioneren van mensen te beschrijven heeft de Wereld gezondheidsorganisatie (WHO) in 2001 de ICF gepubliceerd.
ICF is de afkorting van International Classification of Functioning, Disability and Health.
De Nederlandse vertaling van de ICF is verschenen in 2002.
Slide 4 - Slide
Wat is het?
De ICF is een begrippenkader (een soort woordenboek) waarmee het mogelijk is het functioneren van mensen en de eventuele problemen die mensen in het functioneren ervaren te beschrijven plus de factoren die op dat functioneren van
invloed zijn.
Slide 5 - Slide
Ontstaan
De ICF is tot stand gekomen na een jarenlange mondiale discussie waarbij veel landen en organisaties betrokken zijn geweest.
Door deze procedure is de ICF toepasbaar in verschillende culturen en geschikt voor communicatie tussen de verschillende beroepsgroepen en voor internationale vergelijking van gegevens.
Slide 6 - Slide
ICF: eenduidige taal
De ICF sluit qua inhoud en schema naadloos aan bij de geschetste ontwikkelingen in de gezondheidszorg.
De termen uit de ICF zijn geschikt voor beschrijving van het functioneren van alle mensen, niet alleen voor (chronisch) zieke en gehandicapte personen.
Slide 7 - Slide
ICF: eenduidige taal
De aanduiding ‘gehandicapten’ wordt bij voorkeur vervangen door de aanduiding ‘mensen met functioneringsproblemen’ of indien gewenst mensen met een handicap.
Daaronder vallen dan ook ouderen, en personen met tijdelijke functioneringsproblemen.
Slide 8 - Slide
Perspectieven en begrippen uit de
ICF
De ICF biedt een standaardtaal én een schema voor de beschrijving van het menselijk functioneren en hetgeen daarmee verband houdt.
Met de ICF kan iemands functioneren worden beschreven vanuit drie verschillende perspectieven;
Slide 9 - Slide
Perspectief 1
Het perspectief van de mens als organisme, als ‘lichaam’ (hoe goed functioneren bijvoorbeeld de gewrichten, het hart en de bloedvaten, de hersenen en zenuwen, en de longen van een persoon? Zijn ze onbeschadigd?)
Slide 10 - Slide
Perspectief 2
Het perspectief van het menselijk handelen (welke activiteiten voert iemand zelf uit en welke zou hij/zij zelf kunnen of willen uitvoeren?);
Slide 11 - Slide
Perspectief 3
Het perspectief van participatie, deelname aan het maatschappelijk leven (kan iemand meedoen op alle levensterreinen (zoals werk, gezin, hobby) en doet hij/zij ook mee?