Oefenvragen

Oefenvragen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefenvragen

Slide 1 - Slide

wat is een embryo?
A
een ander woord voor 'moederkoek'
B
een ander woord voor 'placenta'
C
het ongeboren kindje
D
zorgt voor voedsel in de baarmoeder.

Slide 2 - Quiz

Tom zegt: "de placenta bestaat uit weefsel van het embryo en weefsel van de moeder"

Klopt het wat Tom zegt?
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per zwangerschap

Slide 3 - Quiz

Hoe noemen we nummer 2
A
placenta
B
vruchtwater
C
navelstreng
D
baarmoeder

Slide 4 - Quiz

Door welk bloedvat stroomt bloed van de placenta naar het embryo?
A
navelstrengslagader
B
navelstrengader

Slide 5 - Quiz

Welk deel zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen?
A
Baarmoeder
B
Embryo
C
Eierstokken
D
Placenta

Slide 6 - Quiz

Het bloed van de moeder gaat via de placenta door het kind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Hoe komt een baby van afvalstoffen af
A
Via de mond
B
Via het vruchtwater
C
Via de baarmoeder
D
Via de placenta

Slide 8 - Quiz

0

Slide 9 - Video


nr. 3
A
baby
B
zygote
C
moeder
D
embryo

Slide 10 - Quiz

wat is nummer 1
A
navelstreng
B
placenta
C
baarmoeder
D
embryo

Slide 11 - Quiz

Wat is een embryo?

Slide 12 - Open question

Na hoeveel weken noemen we het embryo geen embryo meer, maar foetus?

Slide 13 - Open question

eisprong
eicel rijping
innesteling
celdeling
bevruchting

Slide 14 - Drag question

de bevruchte eicel groeit vast in het slijmvlies van de baarmoeder.
A
ovulatie
B
embryo
C
innesteling
D
bevruchting

Slide 15 - Quiz

Hiernaast is een foto genomen in de baarmoeder. Het bolletje is de bevruchte eicel. Hoe heet het proces dat je ziet?
A
Ovulatie
B
Innesteling
C
Eisprong
D
Bevruchting

Slide 16 - Quiz

Tijdens welke fase verlaat de placenta het moederlichaam?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 17 - Quiz

Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Baarmoederhals wordt wijder
Kind wordt naar buiten geperst
Placenta en vruchtvliezen verlaten het lichaam

Slide 18 - Drag question

1. ovulatie 2. bevruchting
3. bevruchte eicel groeit uit tot een klompje cellen
4. innesteling
5. de embryo ontwikkelt zich
6. weeën 7 bevalling
wat is
de juiste volgorde
A
1-2-3-4-5-6-7
B
2-1-3-4-5-6-7
C
1-2-4-3-5-6-7
D
2-3-1-4-5-6-7

Slide 19 - Quiz

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 20 - Drag question