4.1 Werk je voor loon of voor winst?

H4.1 Werk je voor loon of voor winst?
Economie 4T
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

H4.1 Werk je voor loon of voor winst?
Economie 4T

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Je leert deze les:
  1. Het verschil tussen werken in loondienst en als zelfstandige
  2. Wat voor ondernemingsvormen er zijn
  3. Wat de kenmerken van deze ondernemingvormen zijn

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Loondienst <-> zelfstandige
  1. In loondienst heb je als werknemer een arbeidsovereenkomst met je werkgever.
    --> Afgesproken loon, recht op vakantiedagen en vakantiegeld. Ook ben je zeker van geld bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid.
  2. Zelfstandigen hebben hun eigen onderneming. De winst die ze daarmee behalen, is hun inkomen. Een deel van de ondernemers heeft personeel in dienst, de rest is zzp'er (zelfstandig zonder personeel)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Flexwerk= tijdelijk werk, oproepkracht, uitzendbaan

Waarom flexwerk?:
  • Als er tijdelijk meer werk is
  • Tijdelijke afwezigheid (ziek, zwanger, verlof)
  • Soms als verlenging proefperiode

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Ondernemingsvorm deel 1
Als je zelfstandig ondernemer bent moet je een ondernemingsvorm kiezen:
  1. ZZP'er: zelfstandig zonder personeel. 
  2. Eenmanszaak: één eigenaar, neemt de leiding. De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
  3. Vof (venootschap onder firma): er zijn twee of meer eigenaren die samen de leiding hebben.
  • Belangrijk!: Als het bedrijf schulden heeft, zijn de eigenaren bij een zzp'er, eenmanszaak en een VOF ook met hun privévermogen aansprakelijk.
  • Als zelfstandig ondernemer betaal je over je winst inkomstenbelasting.

Slide 5 - Slide

Voor de eigenaar van een eenmanszaak en vof is de winst hun inkomen. Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen moet betalen. In een vof spreken de vennoten af hoe zij de winst verdelen. Als hun bedrijf schulden heeft, zijn de eigenaars van een eenmanszaak en een vof ook met hun privévermogen aansprakelijk.
Ondernemingsvorm deel 2
  • BV = een besloten vennootschap & NV = naamloze vennootschap 
Bij deze ondernemingsvormen zijn privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming gescheiden. De eigenaren zijn aandeelhouders. Het geld dat zij in de zaak steken is hun aandeel.
  • Belangrijk!: Aandelen van een BV worden niet vrij verhandeld. Van een NV worden de aandelen wel vrij verhandeld op de effectenbeurs (de AEX).
  • Winst van een BV en NV: 
deel 1= als loon naar eigenaren uitbetalen --> inkomstenbelasting 
deel 2= de rest vd winst --> vennootschapsbelasting.   BLZ 110 opg 7!!!!

Slide 6 - Slide

Een BV en NV betaald over de winst vennootschapsbelasting
Voorbeeld NV

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Ondernemingsvorm deel 3
Stichting = een instelling die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. Daarvoor krijgt een stichting meestal donaties of subsidies. 

Een Stichting heeft in tegenstelling tot de andere bedrijfsvormen dus niet als doel om winst te maken. Als ze dat toch doen, moet de winst in de stichting blijven.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een zelfstandige ondernemer betaalt inkomstenbelasting over zijn/ haar winst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we de volgende ondernemingsvorm: er zijn twee of meer eigenaren die samen de leiding hebben.
A
Eenmanszaak
B
ZZP'er
C
VOF (vennootschap onder firma)

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De aandelen van een BV worden verhandeld op de effectenbeurs
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

De aandelen van een NV worden wel vrij verhandeld op een effectenbeurs. De aandelen van een BV zijn niet verhandelbaar.
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
winstuitkering aan aandeelhouders
A
Koers
B
Dividend
C
Vennootschapsbelasting
D
Effectenbeurs

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we de volgende ondernemingsvorm: organisaties die zich inzetten voor goede doelen
A
VOF
B
BV
C
NV
D
Stichting

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een voordeel/ kunnen voordelen zijn met een VOF?
A
Bij ziekte kunnen ze elkaar overnemen
B
Er is maar één iemand die de leiding heeft
C
Ze zijn privé aansprakelijk
D
Je kunt het werk onderling verdelen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

EXTRA UITLEG

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions