Interpreteren en miscommunicaties 07-03-2022

Communicatieproblemen 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Communicatieproblemen 

Slide 1 - Slide

Aan de slag
  • Terugblik vorige les
  • Theorie miscommunicaties
  • Aan de slag  

Slide 2 - Slide

Wat is de juiste volgorde bij communicatie?
A
boodschap - zender - ontvanger
B
zender - ontvanger - boodschap
C
zender - boodschap - ontvanger
D
ontvanger - boodschap -zender

Slide 3 - Quiz

Hoort gebarentaal bij verbale communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Van welke soort communicatie gebruik je als je een e-mail stuurt?
A
Verbalen communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 5 - Quiz

Verbale communicatie betekent dat je met woorden duidelijk maakt wat je bedoelt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

timer
1:00
Waar denk je aan bij communicatieproblemen?

Slide 7 - Mind map

Wat is het synoniem van het woord 'interpreteren'?
A
bezorgen
B
variëren
C
een uitleg geven aan iets
D
constateren

Slide 8 - Quiz

Communicatieprobleem
= het lukt de zender niet om de boodschap goed over te dragen en/of de ontvanger lukt het niet de boodschap te begrijpen zoals de zender hem bedoeld heeft. 

Kan komen door:
  • Verschil in achtergrond
  • Het verkeerd vertalen van de boodschap
  • Communicatiestoornis
  • Ruis

Slide 9 - Slide

Problemen door verschil in achtergrond en gewoonten 
Hoe iemand communiceert wordt sterk beïnvloedt door zijn referentiekader (het geheel van denkbeelden, overtuigingen, gewoonten, waarden en normen die iemand heeft opgebouwd in zijn leven en van waaruit hij de wereld om zich heen interpreteert en beoordeelt). 

Bij een (groot) verschil in referentiekader heb je beiden een andere voorstelling van wat er gezegd wordt. 

Slide 10 - Slide

Problemen bij het vertalen van de boodschap 
Het omzetten van de boodschap --> coderen  (juist gebruik van taal om met woorden een boodschap duidelijk te laten overkomen)

Bij coderen kun je als zender verschillende fouten maken waardoor de boodschap niet goed overkomt. Bijvoorbeeld:
  • Woorden gebruiken waarvan de betekenis bij de ontvanger niet bekend is.
  • Persoonlijke woorden gebruiken.
  • De intonatie van je stem zorgt voor onduidelijkheid. 

Slide 11 - Slide

Wat gaat hier mis?

Slide 12 - Slide

Problemen bij het begrijpen van de boodschap
Decoderen= omzetten van de ontvangen boodschap in een eigen betekenis.
Fout? --> de boodschap niet goed over. 

Voorbeelden van fouten die de ontvanger kan maken:
  • Een andere betekenis geven aan de woorden van de zender (verschil referentiekader).
  • Eigen invulling geven aan de woorden van de zender (verkeerd interpreteren).

Slide 13 - Slide

Problemen door communicatiestoornissen
--> Onvermogen om adequaat informatie te geven en/of te begrijpen als gevolg van een orgaan- of lichaamsfunctie die ontbreekt, afwijkingen vertoont of beschadigd is. 

  • Zintuigelijke beperkingen
  • Lichamelijke beperkingen en hersenletsel
  • Verstandelijke beperkingen
Communicatiestoornissen kun je niet verhelpen, maar communicatieproblemen vaak wel!

Slide 14 - Slide

Problemen door ruis
Ruis= alle factoren in zender, ontvanger en omgeving die de communicatie bemoeilijken of verstoren. 
  • Externe ruis 
  • Interne ruis

Slide 15 - Slide

Externe ruis
Externe ruis
Interne ruis
Interne ruis
Het voorbijrijden van een sportwagen 
Het hebben van een vooroordeel
Je bent verkouden
Een slechte adem van de gesprekspartner

Slide 16 - Drag question

Jan legt aan een cliënt met LVB uit hoe de vaatwasser werkt. Cliënt snapt het niet goed want Jan gebruikt woorden die hij niet kent.
A
Het anders begrijpen van de boodschap door de ontvanger
B
Het onduidelijk brengen van de boodschap door de zender.

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je de afstand die je neemt van mensen bij een zakelijk gesprek waarbij je elkaar nog wel kunt zien, maar niet meer kunt aanraken?
A
Intieme zone
B
Persoonlijke zone
C
Sociale zone
D
Publieke zone

Slide 18 - Quiz

Interpreteren is het toekennen van ene betekenis aan iemands gevoelens of gedachten op grond wat iemand zegt, doet of laat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz