Thema 5 hoofdstuk 3 Het ABCD conflicthanteringsmodel

• Beveiliging
• MBO
• Studiejaar 1

Kanjers van MQB 1.4 !

Schoolregels O&V

Thema 5

hoofdstuk 3 ABCD conflicthanteringsmodel bladzijde 170

Opbouw

Doel

Terugblik

Wat weet je van?

Theorie

Zelfstandig werken

Afsluiting

Doel

Je kunt gebruikmaken van het ABCD-conflicthanteringsmodel.

Welke 3 soorten gesprekken ken je ?

Een informerend gesprek is een gesprek waarin informatie wordt gegeven.

Een corrigerend gesprek is een gesprek waarin het gedrag van iemand wordt gecorrigeerd.

Een conflictgesprek is een gesprek over een conflict.

Wat betekent feedback ?

Reageren op iets wat gezegd is, gedaan is of nagelaten is.

Wat weet je van ABCD gedrag?

Uitschelden valt onder:

1. Zware vorm van (non)-verbale agressie.
2. Fysieke agressie.
3. Lichte vorm van (non)-verbale agressie.
4. Agressie met gebruiksvoorwerp.

Een groep beveiligers probeert een nieuwe collega weg te krijgen. De nieuwe past volgens hun niet in de groep. De hele groep maakt hem het werken haast onmogelijk. Er worden constant ‘geintjes’ uitgehaald en hij wordt volledig door zijn collega’s genegeerd of in de maling genomen. Waarvan is hier sprake?

1. Discriminatie.
2. Intimidatie.
3. Mobbing.
4. Pesten/treiteren.

Een aspirant-beveiliger klaagt erover dat zij constant geplaagd wordt door de oudere collega’s en ondanks dat zij heeft aangegeven dat zij dit niet wil stopt het niet. Waarvan is hier sprake?

1. Discriminatie.
2. Treiteren.
3. Plagen.
4. Seksuele intimidatie.

Een bezoeker wordt uit een object gezet en steekt zijn middelvinger op tegen de beveiliger. Dit is:

1. Een lichte vorm van non-verbale agressie
2. Een lichte vorm van verbale agressie
3. Een zware vorm van verbale agressie
4. Een zware vorm van non-verbale agressie

Wat wordt met deze omschrijving aangeduid: “het ongevraagd verspreiden van foto’s, filmpjes, tekeningen enz.”?

1. Pesten
2. Mobbing
3. Seksuele intimidatie
4. Plagen

Theorie

Een beveiliger die gezag heeft, respect afdwingt en vriendelijk is heeft meestal niet zoveel moeite ongewenst gedrag om te buigen. 

Gezag: Je hebt gezag als mensen naar je luisteren omdat ze daar zelf voor kiezen, niet omdat het moet. Gezag is niet gebaseerd op macht en controle, maar over ervaring.

Respect: Aanzien, fatsoenlijk gedrag en waardering krijgt of geeft.

Vriendelijkheid: iemand is geïnteresseerd in een ander, geduldig, aardig en rekening houdt met de ander.  

Theorie ABCD gedrag bladzijde 170-181

A-gedrag: iemand met A-gedrag accepteert niet vanzelfsprekend jouw verzoek of aanwijzing en wil niet meewerken.

B-gedrag: mensen bieden weerstand als je een regel wilt handhaven en proberen de situatie in hun eigen voordeel te veranderen.

C-gedrag: Iemand wordt persoonlijk en probeert uit te lokken dat je ondoordacht gaat handelen.

D-gedrag: iemand die met geweld dreigt of fysiek geweld gebruikt.

Gevolgen

Lichamelijke gevolgen:

• fysieke verwondingen
• hartkloppingen
• hoofdpijn

Emotionele gevolgen:

• angst
• prikkelbaarheid
• neerslachtigheid

Gedragsmatige gevolgen:

• snauwen
• minder goed presteren

Soorten agressie

Frustratie agressie: aanvallende uiting van frustratie; een emotionele uitbarsting door een opeenstapeling van negatieve ervaringen

Instrumentele agressie: doelgerichte agressie. Het gedrag wordt ingezet om een doel te bereiken. Hierbij is sprake van manipulatie, vaak met gespeelde emoties. Het is een machtsspel. 

Expressieve agressie: agressie is niet op jou gericht maar op de situatie.

Frustratie agressie: expressieve kan overgaan in frustratie. Plotselinge uitbarsting van fysiek geweld.

Onbeheerste agressie: onvoorspelbaar gedrag en snel gewelddadig. 

Opdracht 

Maak opdracht 1 t/m 4 in je boek of in de online leeromgeving Boom (bladzijde 172/180)

check de antwoorden

Fysiek geweld

Dreigen met fysiek geweld gaat vaak vooraf aan het toepassen van fysiek geweld. Daarom moet je een dreiging met geweld altijd serieus nemen. Hoe je optreedt is voor een belangrijk deel afhankelijk van de omstandigheden op het moment dat de bedreiging plaatsvindt en de instructies die je hebt.

Als iemand fysiek geweld gebruikt, mag je je daartegen verdedigen. Je kunt dan een beroep doen op noodweer. Verdedig je alleen als je fysiek geweld niet kunt ontlopen.

Afsluiting

Huiswerk; indien je nog niet klaar bent maak de opdrachten verder thuis, komen we de volgende PDD les op terug en gaan we oefenen.

Test je kennis online.

Doel behaald?

Volgende les: Telefoneren

Vragen/feedback?