Grammar recap tenses

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Grammar recap 

The tenses 

- Present simple

- Present continuous

- Past simple

Present simple

Present simple

Vorm: hele werkwoord (+ s bij he/she/it)

-> Bij ontkenning en vraagzin + do (not)

- Tegenwoordige tijd

- Wordt gebruikt voor feiten, gewoonten en geeft regelmaat aan

- Kijk goed naar de signaalwoorden: always, never, usually, on Saturdays etc. 

Fill in the correct present simple form:
He always .............. (walk) to school.

.......... you usually ............... (cycle) to school?

I .............. (be) usually late.

Present continuous

Present continous

Vorm: am/is/are + hele werkwoord + ing

-> bij ontkennende zinnen + not (geen do!!)

- Tegenwoordige tijd

- Wordt gebruikt voor dingen die NU bezig zijn. 

- Kijk goed naar de signaalwoorden: right now, at the moment

Fill in the correct form:
I ................... (watch) a movie now.

Fill in the correct form:
We .................... (not - play) football at the moment

............. you ................. (drive) to school right now?

Past simple

Past simple

Vorm: hele werkwoord + ed (let op onregelmatige werkwoorden)

-> Bij ontkennende en vragende zinnen + did (not)

- Verleden tijd

- Wordt gebruikt voor dingen die in het verleden zijn gebeurt en afgerond

- Let op signaalwoorden: last night, yesterday, last Sunday

Fill in the correct past simple:
I ............ (call) you yesterday.

I .................. (go) to the cinema last week.

............. you .............. (go) to the cinema last week?

Welke tense vind je het lastigst?

Present simple

Present continuous

Past simple

A warm up: Hoe zeg je veel in het Engels?

Uitleg much & many

• Much/ many gebruik je bij vragende (?)/ ontkennende (-) zinnen. 
• Je gebruikt much als het woord dat erna komt enkelvoud en ontelbaar is.

Voorbeelden:

Do you have much work? 

We haven't got much money.

Kan je het woord water tellen?

Uitleg much & many

• Much/ many gebruik je bij vragende (?)/ ontkennende (-) zinnen. 
• Je gebruikt many als het woord dat erna komt meervoud en telbaar is.
  

Voorbeeld:

He hasn't got many friends.

Do we have many videogames?

Much

Many

money

sand

girls

pens

cars

coffee

rain

water

doors

hair

tables

phones

I don't really have much/many money.

1. much
2. many

much/many?

.................. people

1. much
2. many

much/many?

...................... time

1. much
2. many

much/many?

............... umbrellas

1. much
2. many

much/many?
............... love

1. much
2. many

Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.

MANY

MUCH

pocketmoney

tables

witches

buses

fun

light

fans

Lightning vocab round

optellen

1. add up
2. count up

Vooral

1. foremost
2. mostly

zich voorstellen (in je hoofd😬)

1. to introduce
2. imagine

earring

afraid

skirt

underneath

wellies

size

kan je een paar voorbeelden geven van bezittelijk voornaamwoorden in het Engels? denk aan; mijn, haar, zijn, jouw etc.

This is .... sweater.

1. my
2. mine

I know. But it's not .......... I borrowed it from Gaby.

1. my
2. mine

Who's Gaby? Is she ....... sister?

1. my
2. mine
3. your
4. yours

Time for......
maths test! Are you ready?

1. our
2. ours

I really want to have it, but it's not .....

1. her
2. hers
3. my
4. mine