H2.1 Moleculen en atomen

Les 1
H2.1

H2 Chemische reacties
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 1
H2.1

H2 Chemische reacties

Slide 1 - Slide

Planning voor vandaag
- Theorie 2.1 Moleculen en Atomen
- Zelf aan de slag! 

Slide 2 - Slide

Welk van deze antwoorden staat er geen stofeigenschap tussen?
A
fase, volume, massa,
B
fase, geur, kleur
C
kookpunt,smeltpunt, kleur
D
fase, geur, smaak

Slide 3 - Quiz

wel een stofeigenschap
geen stofeigenschap
kleur
geur
smeltpunt
kookpunt
massa
volume
dichtheid
fase (vast, vloeibaar, vast)
temperatuur
oplosbaarheid in water
oplosbaarheid in olie

Slide 4 - Drag question

De dichtheid = 2,5 g/cm3
Het volume = 4 cm3
Bereken de massa
A
4 : 2,5 = 1,6 g
B
2,5 : 4 = 0,625 g
C
2,5 x 4 = 10 g

Slide 5 - Quiz

Chemische reactie
beginstoffen veranderen in reactieproducten

Slide 6 - Slide

Chemische reacties
Als stoffen een reactie met elkaar aan gaan hebben te maken met een chemische reactie.
Bij een chemische reactie veranderen de beginstoffen in reactieproducten. 
Voor en na de pijl zie je dus niet dezelfde stoffen terug komen!
waterstof + zuurstof -> water

Slide 7 - Slide

Is indampen van zout water een chemische reactie?
A
ja, want er ontstaan nieuwe stoffen
B
ja, want het water verdwijnt
C
nee, want er ontstaan geen nieuwe stoffen
D
dat kun je niet weten

Slide 8 - Quiz

Is centrifugeren een chemische reactie?
A
ja, want er ontstaan nieuwe stoffen
B
ja, want er verdwijnen stoffen
C
nee, het is een scheiding
D
nee, het is een fase-overgang

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Molecuulformules
Elke stof heeft een naam en een molecuulformule.

In de molecuulformule staan de atoomsoorten die in het molecuul zitten en hoevéél van elkaar atoomsoort (index)

Bv 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Molecuulformule 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Atomen noemen wij ook wel elementen.

Ieder element heeft een symbool. Die leer je uit je hoofd.

Met de atomen/elementen kunnen we moleculen maken.

Alle elementen staan in het Periodiek Systeem. 

Slide 17 - Slide

Zet op volgorde, van groot naar klein.
Molecuul
Atoom
Stof

Slide 18 - Drag question

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
NH3
B
N3H
C
N3H
D
3NH

Slide 19 - Quiz

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
CO2
B
2CO
C
C2O
D
CO2

Slide 20 - Quiz

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
C8H3
B
C3H8
C
C8H3
D
C3H8

Slide 21 - Quiz

Zelf aan de slag! 

2.1: 1 t/m 3 & 6 t/m 9

Slide 22 - Slide