Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we deze les bespreken?
  1. Wat is er een persoonlijkheidsstoornis​
  2. Cluster A,B,C​
  3. Borderline​
  4. Antisociale persoonlijkheidsstoornis​
  5. Theatrale persoonlijkheidsstoornis​
  6. Behandeling​
  7. Houding hulpverlener









Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijkheidsstoornissen
Wat is het verschil tussen een psychiatrische aandoening en een persoonlijnkheidsstoornis?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijkheidsstoornis
Extreme persoonlijke eigenschappen, die vaak als hinderlijk worden ervaren. 

Deze eigenschappen bezorgen de persoon zelf en de omgeving voortdurend last. Iemand met een persoonlijkheidsstoornis is niet goed in staat zijn gedrag aan te passen aan wisselende omstandigheden.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Eerste uitingen


De eerste uitingen tussen 18- en 25-jarige leeftijd: 
Een levensfase met grote veranderingen op het gebied van relaties, werk en leefomgeving. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Clusters persoonlijkheidsstoornissen
De DSM-5 spreekt van 11 persoonlijkheidsstoornissen die in 3 types zijn onderverdeeld.

Cluster A, B en C

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijkheidsstoornis cluster A
  • Worden omschreven als 'vreemd' of 'excentriek'
  • Kenmerken: weinig contact met anderen. Leven alleen of geïsoleerd. Zoeken niet snel hulp 
  • Kan sprake zijn van psychotisch gedrag




Slide 7 - Slide

Ze kunnen ‘vreemd’ of ‘apart’ overkomen. Vaak hebben zij weinig contact met anderen en leven alleen of geïsoleerd. Zij zullen niet snel hulp zoeken.

Paranoïde​
Schizoïde​
Schizotypisch
Persoonlijkheidsstoornis cluster B
Vaak impulsief, reageren verhit en vinden het moeilijk om met hun emoties om te gaan


Slide 8 - Slide

Tot cluster B behoren mensen die zeer verhit kunnen reageren, impulsief zijn en het moeilijk vinden om met hun emoties om te gaan.
Borderline
antisociaal
histrionisch
narcistisch
Persoonlijkheidsstoornis cluster C
Kenmerken: angstig, gespannen en grote mate van controle



Slide 9 - Slide

Onder cluster C vallen mensen die over het algemeen erg angstig zijn. Ze zijn bang om relaties aan te gaan of juist om mensen te verliezen. Ze vermijden conflictsituaties en hebben moeite om zelfstandig in het leven te staan.
Vermijdend​
Afhankelijk​
Dwangmatig
Zoek uit
- Zoek per cluster 3 persoonlijkheidsstoornissen op. Zet ze onder het juiste cluster
- Wat houdt de stoornis in?
- Wat zie je aan diegene?
timer
10:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Niemand is een klier voor zijn plezier

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Borderline

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Borderline
  • Impulsiviteit​
  • Stemmingswisselingen​
  • Relaties bouwen en breken​
  • Zwart-wit denken​
  • Psychotische kenmerken​
  • Automutilatie​
  • Identiteitsproblemen​
  • Vervreemd voelen







Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Liefde en grenzen maakt van patienten mooie mensen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Antisociale persoonlijkheidsstoornis

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Antisociale persoonlijkheidsstoornis
  • Prikkelbaar​
  • Agressief​
  • Onverschillig​
  • Impulsief​
  • Moeite met regels​
  • Externaliseren​
  • Liegen​
  • Roekeloos







Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Omgang
  • Zorg voor voldoende afstand​
  • Ben duidelijk

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Filmpje: Goed hulpverlenen of zinloos medisch handelen?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Link

fictieve casus. Discussievraag: Goed hulpverlenerschap of zinloos medisch handelen?
Theatrale persoonlijkheidsstoornis

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Theatrale persoonlijkheidsstoornis
  • Theatraal (overdreven) gedrag.​
  • Oppervlakkige emoties.​
  • Voortdurend op zoek naar aandacht, bevestiging en goedkeuring.​
  • Makkelijk beïnvloedbaar door anderen of door omstandigheden.​
  • Ongepast seksueel verleidelijk gedrag.




Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Omgang
  • Zorg voor voldoende afstand​
  • Ben duidelijk

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Behandeling
  • Psychotherapie​
Schematherapie is een vorm van cognitieve gedragstherapie die kan helpen om hardnekkige patronen van denken, voelen en doen te veranderen. 
Dialectische gedragstherapie: Het uitgangspunt van DGT is dat de borderline gedragingen het resultaat zijn van enerzijds hoge kwetsbaarheid voor emoties en prikkels en anderzijds uw neiging uzelf en uw emoties te veroordelen.​
Cognitieve therapie​:Hierbij leer je de symptomen van je angst te herkennen en probeer je je gedachtes die de hevige angst opwekken te veranderen.​

  • Opstellen signaleringsplan




Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Houding hulpverlener
  • Wees geïnformeerd.​
  • Bewaar geduld​
  • Zeg wat je doet, doe wat je zegt.​
  • Maak goede afspraken​
  • Maak duidelijke waar je wel en waar je niet kunt helpen.​
  • Overleg met anderen





Slide 25 - Slide

This item has no instructions