Thema D Helden §6 interview uitwerken

1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  • Aan het einde van deze les weet ik hoe ik een interview moet uitwerken
    tot een artikel (inleiding, middenstuk, slot).
  • Aan het einde van de les heb ik tien (of meer) vragen voorbereid en een
    inleiding geschreven.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
IN DEZE LES:
Thema D - Helden
1. Herhalingsvragen.
2. Wie ga je interviewen en waarover?
3. Vragen opstellen.
4. Voorbeelden bekijken.
5. De inleiding schrijven.
6. Afsluiten.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

In een thema komen meerdere onderdelen van Nederlands samen. We ronden een thema niet af met een toets, maar met een product (paragraaf 8).

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wanneer vraag je door tijdens het interviewen?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van een vraag inclusief vervolgvraag.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

§6 Interview uitwerken
Bladzijde 189-190.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wie zou je kunnen interviewen?
Het onderwerp van thema D is helden. Het zou leuk zijn als de persoon, die jij interviewt, een soort held voor jou is.

Je kunt denken aan:
  • Een familielid;
  • Een vriend(in);
  • Iemand van school;
  • Iemand van jouw (sport)club;
  • Een persoon die een interessant beroep heeft.
  • Iemand uit jouw dorp/stad

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wie ga jij interviewen? En waarover ga je diegene interviewen?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Met welke woorden beginnen de open vragen vaak?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Voorbereiden
Opdracht
Klaar?
Je weet nu wie je gaat interviewen en waarover. Tijd om het interview voor te bereiden.
Noteer de vragen die je wilt stellen. Zorg ervoor dat je genoeg open vragen noteert en dat je niet alleen naar feiten vraagt, maar ook naar meningen en gevoelens 
(gebruik → § 3 en 4 voor hulp).



Na 10 minuten bespreken we de opdrachten.






Check of je bij iedere vraag een mogelijke 'doorvraag' hebt bedacht.

Denk daarna alvast na over wat jij in je inleiding gaat vertellen.


timer
10:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Interview uitwerken
Als je het interview hebt opgenomen, kun je beter niet precies uittypen wat de geïnterviewde heeft gezegd. Mensen die praten, gebruiken vaak spreektaal: ze maken hun zinnen bijvoorbeeld niet af, of gebruiken vaak woordjes die niet zoveel betekenen, zoals 'ehhhh' of 'nou, kijk.'

Als je een interview uitwerkt, moet je spreektaal omzetten in schrijftaal:
  • Vat lange antwoorden samen. 
  • Maak korte zinnen die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken. 
  • Gebruik geen woordjes die niets betekenen, zoals 'uh' of 'zeg maar'.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De opmaak
  • Gebruik een witregel tussen inleiding, middenstuk en slot én na de antwoorden in het middenstuk.
  • Zorg ervoor dat de vragen er anders uitzien dan de antwoorden, bijvoorbeeld door de vraag vet of cursief te maken of hem te onderstrepen.
  • Plaats boven vragen die bij elkaar horen eventueel een tussenkopje.
  • Plaats eventueel een foto van de geïnterviewde bij de tekst.
  • Noteer ten slotte een passende titel boven de tekst. Je kunt deze zelf bedenken, maar je kunt ook een geschikt citaat uit het interview gebruiken.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

titel
inleiding
middenstuk

Slide 17 - Slide

Inleiding laten lezen, komen vragen over.
Voorbereiden
Inleiding schrijven
Je weet nu wie je gaat interviewen en waarover. Je kunt van tevoren de inleiding al schrijven. Verwerk de volgende vier punten in jouw inleiding:

(T) De tekst bevat een inleiding (van tenminste drie zinnen).
(T) In de inleiding wordt verteld wie is geïnterviewd.
(T) In de inleiding wordt verteld waar het interview over gaat. 
.(T) In de inleiding wordt verteld waarom deze persoon is geïnterviewd (aanleiding).

Gebruik de inleiding van slide 17, 18, 19 als voorbeeld.




timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Het interview afnemen
Neem het interview af:
  • Zet, als dat mag, je telefoon aan om het interview op te nemen.
  • Gebruik beleefde taal.
  • Zeg eerst dat je het fijn vindt dat je de ander
    mag interviewen en leg uit waarom je je gesprekspartner een held vindt.
  • Stel je vragen. Probeer zo veel mogelijk door te vragen.
  • Bedank voor het interview als je al je vragen
    hebt gesteld.
  • Vraag of je een foto mag maken om bij het interview te plaatsen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

  • Aan het einde van deze les weet ik hoe ik een interview moet uitwerken
    tot een artikel (inleiding, middenstuk, slot).
  • Aan het einde van de les heb ik tien (of meer) vragen voorbereid en een
    inleiding geschreven.
Lesdoelen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Wat?
Thema D §6 Interview.
Opdracht 1 t/m 3 op blz. 191-192.

Hoe?
Klassikaal, schrijf mee!
Hulp
De 4 B's en het oogje.
Tijd
Timer.
Klaar?
Optie 1: Verder in je leesboek.
Optie 2: Interview vragen bedenken.
Optie 3: Verdiepen in het thema via de website van de mediatheek.
timer
15:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions