What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Samengestelde zinnen en voegwoorden
Samengestelde
zinnen en
voegwoorden
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Samengestelde
zinnen en
voegwoorden
Slide 1 - Slide
Samengestelde zinnen
Zinnen met
twee
of
meer
persoonsvormen
noem je samengestelde zinnen.
Samengestelde zinnen zijn enkelvoudige zinnen die samengevoegd zijn m.b.v. een
voegwoord
.
Hij
is
gevallen
en
hij
moet
naar het ziekenhuis.
Slide 2 - Slide
Waarom maak je samengestelde zinnen?
Samengestelde zinnen maken een tekst beter en prettiger leesbaar.
Samengestelde zinnen brengen samenhang in een tekst.
Slide 3 - Slide
Enkelvoudige of samengestelde zin? Ook een voegwoord?
voorbeeld:
Ik ga eten halen in de kantine, want ik heb honger.
Samengestelde of enkelvoudige zin?
Is er een voegwoord?
Slide 4 - Slide
Lesdoelen
-ik kan samengestelde zinnen maken
- ik kan voegwoorden gebruiken in samengestelde zinnen
Slide 5 - Slide
Samengestelde zin
Wanneer je van twee korte zinnen één zin maakt, krijg je een samengestelde zin.
Voorbeeld
Ik sport graag. Ik voel me dan fitter.
Slide 6 - Slide
Voegwoorden (vw)
Voegwoorden zijn een soort cement.
Je kunt met voegwoorden zinnen aan elkaar plakken.
Slide 7 - Slide
Voegwoord
Samengestelde zinnen plak je aan elkaar met een voegwoord.
Voorbeelden:
want, omdat, maar, en, terwijl
De leerling leent een pen
, want
hij is zijn etui vergeten.
Slide 8 - Slide
6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig de opdrachten.
Opdr. 1 t/m 3 blz. 113 -samengestelde zinnen
opdracht 4,5,6 voegwoorden en samengestelde zinnen
Daarna ga je in stilte lezen . Kies een leesboek uit
in de boekenkast!
timer
15:00
Slide 9 - Slide
Herken de
samengestelde zinnen.
A
Ik vind het fijn dat het mooi weer is.
B
De kinderen houden niet erg van skaten.
C
Een lange zin is niet altijd samengesteld.
D
Als je de stof herhaalt, onthoud je meer.
Slide 10 - Quiz
samengestelde zinnen zijn altijd langer dan enkelvoudige zinnen
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Waarvoor gebruik je een voegwoord?
A
Om een vraag te stellen.
B
Om te weten of er een d of t komt.
C
Om twee zinnen aan elkaar te plakken.
Slide 12 - Quiz
8. Welk voegwoord kun je niet gebruiken om een goede samengestelde zin te maken?
Damian fiets. Hij appt zijn vriendin.
A
en
B
doordat
C
terwijl
D
ondanks
Slide 13 - Quiz
Welk voegwoord gebruik je om van de volgende zinnen een samengestelde zin te maken?
Ik vind geschiedenis niet leuk. Ik haal wel hoge cijfers.
A
want
B
daarom
C
maar
D
terwijl
Slide 14 - Quiz
Bij alle voegwoorden plaats je een komma voor het voegwoord.
Behalve bij het voegwoord .......
A
maar
B
en
C
of
D
want
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Samengestelde zinnen en voegwoorden
October 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Samengestelde zinnen en voegwoorden
November 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Samengestelde zinnen en voegwoorden
October 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Samengestelde zinnen en voegwoorden
October 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Samengestelde zinnen en voegwoorden
October 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Samengestelde zinnen en voegwoorden
October 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Samengestelde zinnen en voegwoorden
November 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Grammatica oefenen voor de toets H2.7
October 2024
- Lesson with
14 slides