Nask Energie en bewegen & 4.1

Herhaling vorige lessen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Herhaling vorige lessen

Slide 1 - Slide

Sleep de grootheden naar
het juiste symbool
t
v
s
Snelheid
Afstand
Tijd

Slide 2 - Drag question

Wanneer is er sprake van een eenparige beweging?
A
De auto gaat steeds zachter rijden
B
De auto gaat steeds harder rijden
C
De auto rijdt met een constante snelheid
D
Geen één antwoord is goed

Slide 3 - Quiz

Voortstuwende kracht
&
Tegenwerkende kracht

Slide 4 - Slide

Wat is de nettokracht?
+ 40 N
- 15 N

Slide 5 - Open question

7.4 Energie en bewegen
Lesdoelen:
• Je kunt benoemen van welke twee dingen de bewegingsenergie van een voorwerp afhankelijk is.
• Je kunt de bewegingsenergie van een voorwerp berekenen
• Je kunt de verschillende verbanden benoemen
Lesdoelen:
• Je snapt hoe blokschema's werken en kunt deze zelf maken.
• Je kunt benoemen van welke twee dingen de     bewegingsenergie van een voorwerp afhankelijk is.
• Je kunt de bewegingsenergie van een voorwerp berekenen. 
• Je kunt de verschillende verbanden benoemen.
• Je kunt diagrammen schetsen van de verschillende verbanden.
7.4 Energie en bewegen

Slide 6 - Slide

Bewegingsenergie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welk blokschema past bij een elektrische auto die remt?

Slide 9 - Slide

Welk blokschema past bij een elektrische auto die optrekt?

Slide 10 - Slide

De bewegingsenergie van een voorwerp hangt van twee dingen af:
Bewegingsenergie

Slide 11 - Slide

De bewegingsenergie van een voorwerp hangt van twee dingen af:
- Snelheid

Slide 12 - Slide

De bewegingsenergie van een voorwerp hangt van twee dingen af:
- Snelheid
- Massa

Slide 13 - Slide

Ek=21mv2

Slide 14 - Slide

Voorbeeld:
Een hardloopster (m = 52kg) heeft een snelheid van 3 m/s.

Bereken de bewegingsenergie.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

9

Slide 17 - Video

00:19
Wat is een kenmerk van alfa-straling?
A
Het bestaat uit twee protonen en twee neutronen.
B
Het kan gemakkelijk door papier dringen.
C
Het heeft een negatieve lading.
D
Het reist sneller dan licht.

Slide 18 - Quiz

00:45
Welke instrument wordt vaak gebruikt om alfa-straling te meten

Slide 19 - Open question

01:34
Hoe ver moet je minimaal van een alfa-stralingsbron verwijderd zijn om niet beïnvloed te worden door de straling?
A
Enkele meters
B
Enkele centimeters
C
Het maakt niet uit, alfa-straling kan je op elke afstand beïnvloeden
D
Enkele kilometers

Slide 20 - Quiz

02:08
Welk deel van ons lichaam houdt alfa-straling tegen?
A
Het bot
B
De spieren
C
Het bloed
D
De huid

Slide 21 - Quiz

02:34
Waar bestaat betastraling uit?
A
Fotonen
B
Elektronen of positronen
C
Heliumkernen
D
Neutronen

Slide 22 - Quiz

03:08
Wat detecteert een Geiger-meter automatisch?
A
Alleen alfa-straling
B
Alfa-, beta- en gamma-straling
C
Alleen gamma-straling
D
Alleen beta-straling

Slide 23 - Quiz

03:43
Wat is achtergrondstraling?
A
Straling die specifiek afkomstig is van nucleaire centrales
B
Straling die van de zon komt
C
Straling die altijd aanwezig is in de omgeving afkomstig van natuurlijke en kunstmatige bronnen
D
Straling die alleen voorkomt tijdens medische röntgenonderzoeken

Slide 24 - Quiz

04:38
Met wat kan je gamma straling vergelijken

Slide 25 - Open question

05:09
wat hebben Röntgenstraling en Gamma straling met elkaar gemeen

Slide 26 - Open question

Maken:
Opgv van 7.5

timer
15:00

Slide 27 - Slide

Afsluiting
Lesdoelen check

Slide 28 - Slide

Wat is de formule voor het berekenen van de bewegingsenergie?

Slide 29 - Open question

Van welk verband is hier sprake?
A
Omgekeerd evenredig
B
Recht evenredig
C
Kwadratisch
D
Lineair

Slide 30 - Quiz