Herhalen theorie domein 1 t/m 4

herhalen theorie domein 1 t/m 4
1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

herhalen theorie domein 1 t/m 4

Slide 1 - Slide

Doel van de les:
  • Doornemen theorie domein 1 t/m 4
  • ruimte voor vragen

Slide 2 - Slide

Domein 1: Getallen
  • Grote getallen
  • negatieve getallen
  • decimalen
  • wortels
  • machten
  • rekenvolgorde 
  • breuken

Slide 3 - Slide

Grote getallen
  • getallen t/m 10.000 schrijf je voluit. 
  • Grotere getallen kun je ook schrijven als:
*  2 ton        200.000
*4 miljoen     4.000.000
* 6 miljard             6.000.000.000

Slide 4 - Slide

Negatieve getallen
Negatieve getallen zijn 
min getallen, onder nul.
-7  of -15

-8 + 2 = 

Slide 5 - Slide

Decimale getallen 






Slide 6 - Slide

Decimale getallen
Decimale getallen zijn getallen met cijfers achter de komma
1 decimaal
2 decimalen
3 decimalen

Slide 7 - Slide

Vermenigvuldigen met decimalen
0,7 x 0,6 =

Maak de getallen eerst groter.

vergeet niet later de komma nog terug te plaatsen!

Slide 8 - Slide

Delen met decimalen:
0,28 : 0,07= 
beide getallen x 10 doen
2,8: 0,7=
weer x 10
28 : 7 = 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoe moeten wij van die onvoldoendes afkomen?
  
   1. Haakjes
   2. Machtsverheffen en Worteltrekken
    3. Vermenigvuldigen en Delen        (op volgorde zoals in som)
    4. Optellen en Aftrekken

Slide 11 - Slide

BREUKEN

Slide 12 - Slide

Breuken gelijk maken
Breuken optellen

Slide 13 - Slide

Breuken vermenigvuldigen

Slide 14 - Slide

Domein 2: procenten

Slide 15 - Slide

procenten berekenen
Reken altijd eerst terug naar 1 %
Dus bij 75 % van 7,60
7,60 : 100= 0,076
Dan x 75%
0,076x 75= 5,70

Slide 16 - Slide

Theorie
Procenten worden ook vaak gebruikt om een toename aan te geven. Een toename betekent dat een hoeveelheid groter wordt. Een toename in procenten noem je een procentuele toename.

Toename of afname kun je berekenen met de volgende formule:
(nieuw - oud) : oud x 100 =

Slide 17 - Slide

Deel van geheel
Er zijn 800 leerlingen op een school. 150 zijn ouder dan 20. hoeveel procent is ouder dan 20?
 
Gebruik de formule 
Wat is het geheel?
Wat is het deel wat je wilt weten?

Slide 18 - Slide

Domein 3 

Slide 19 - Slide

Omtrek berekenen
9 cm
6 cm
3 cm
3 cm
2 cm
5 cm
Omtrek 
Alle zijde bij elkaar optellen

Slide 20 - Slide

4.3 oppervlakte
De oppervlakte van een rechthoek is 
lengte x breedte

Slide 21 - Slide

Cirkel
Oppervlakte cirkel:

straal x straal x 3,14



Omtrek cirkel = 3,14 x diameter

Slide 22 - Slide

Inhoud berekenen
Lengte x breedte x hoogte (diepte)
Volgorde niet van belang!


Slide 23 - Slide

1 dm3 is evenveel als 1 liter

Slide 24 - Slide

Referentiematen
Om goede schattingen te kunnen maken, is het belangrijk om bekende aantallen en hoeveelheden te weten. 
Dat zijn referentiematen.

Slide 25 - Slide

Domein 4 Verbanden
Tabellen en schema's

 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Tabellen en schema's 
Je kunt rekenen met informatie uit een tabel of een schema. Je zoekt dan eerst de juiste informatie in de tabel of het schema. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide